Continue werking uitschakelen
Schakelaar (3) indrukken,
vergrendelschakelaar (2) ontgrendelt
automatisch. Schakelaar (3) los laten, de
machine schakelt uit.
LET OP! De as van de
schroevendraaier of de
ingespannen schroefinrichting begint
pas bij druk op het te bewerken
werkstuk te bewegen en komt na
afloop van het schroeven meteen
weer tot stilstand. Een stilstand van de
schroefinrichting, ondanks draaiende
motor is daarom normaal, zolang er
geen contact met het materiaal
bestaat.
9 – Werkwijze
Voorkeuze van het toerental
Draai de draaischakelaar
(4) met stilstaande motor
in de richting van (+) voor
een hoger toerental of (–)
voor een lager toerental.
Zodoende kunnen op het
materiaal en schroefgrootte aangepaste
toerentallen vooraf ingesteld worden.
Het juiste toerental moet door
proefschroeven worden bepaald. Dit is
bereikt, als de schroef in het werkstuk
kan worden gedraaid zonder daarbij
overmatig warm te worden.
Rechts-/linksdraaiend
Schroeven indraaien:
schakelaar op positie
R zetten.
Schroeven uitdraaien:
schakelaar op positie
L zetten.
Druk de omschakelaar alleen met
stilstaande motor in.
Instellen van de dieptebegrenzer/
werkzaamheden
Voor een nauwkeurige
instelling van de schroef -
diepte, ter preventie van
beschadigingen van de
vast te schroeven
materiaaloppervlakken.
Instelring (8) tot aan de aanslag naar voren
trekken. Schroefdiepte kiezen door de
instelring te draaien:
• Draaien naar (+): schroefdiepte
vergroten
• Draaien naar (–): schroefdiepte
verkleinen
Bij elke volledige omwenteling verandert
de schroefdiepte 2 mm. Instelring tot op
het vergrendelpunt terugtrekken. De
gewenste instelling kan door
testschroefverbindingen gecontroleerd
worden. De schroef wordt door middel van
de magneetbithouder vastgehouden.
Schroefpunt vast tegen het vast te
schroeven materiaal drukken. Het
schroefproces starten totdat de
dieptebegrenzer (7) het materiaaloppervlak
raakt en de schroefspil automatisch
ontkoppelt. Om de schroef uit te draaien
schakelaar (5) op “Draaiing naar links”
zetten en de dieptebegrenzer (7) van het
materiaaloppervlak terugdraaien.
Riemhouder
Tijdens werkonderbrekingen kan de
machine met de riemhouder (1) aan de
broekriem worden gehangen.
10 – Onderhoud en
milieubescherming
Verzorging, onderhoud,
afvalverwijdering
Trek vóór alle onderhoudswerk -
zaamheden de stekker uit het
43
5451520-Trockenbau_man 09.01.15 07:24 Seite 43