NL
56
• Zorg dat het oppervlak dat moet worden
gepolijst schoon en droog is.
• Polijst niet in direct zonlicht.
• Polijst niet bij lage temperaturen of bij
hoge luchtvochtigheid, dat kan bij
sommige middelen een gevlamd
resultaat geven.
• Polijst niet buiten als het waait,
aangezien zand en andere deeltjes in de
lucht vast kunnen komen te zitten in de
lak met een schurende effect bij het
polijsten.
• Dek eventueel randen bij plastic of
rubberen details af waarvan u niet wilt
dat ze in aanraking komen met het
polijstmiddel.
• Schakel de machine altijd uit voordat u
deze optilt van het oppervlak dat wordt
gepolijst.
• Oefen geen druk op de machine uit, laat
het gewicht van de machine zelf het
werk doen.
• Denk eraan dat scherpe randen sneller
worden bewerkt en dat de lak op deze
oppervlakken dunner kan zijn.
• Maak de hoezen regelmatig schoon en/
of vervang ze tijdens het polijsten. Houd
er rekening mee dat je 2-4 hoezen nodig
hebt per auto.
1. Breng vijf druppels polijstmiddel ter
grootte van een erwt aan op de hoes.
Gebruik niet te veel polijstmiddel, dat
heeft geen zin en het komt juist in de
polijsthoes te zitten met een verslechterde
werking en resultaat tot gevolg.
2. Zet de hoes op het oppervlak dat moet
worden gepolijst en start de machine op
lage snelheid.
3. Verdeel het polijstmiddel over een kleiner
oppervlak (ongeveer 30 x 30 cm).
4. Verhoog vervolgens het toerental en
beweeg de polijstmachine langzaam (ca.
4 cm/sec) een paar keer heen en weer
over het gekozen oppervlak.
– Breng een paar druppels
polijstmiddel aan op de hoes als het
lijkt dat het op is. Denk eraan dat
een nieuwe of pas gewassen hoes in
het begin weer opzuigt. Denk er
ALTIJD aan om de machine uit te
schakelen voordat u deze optilt van
het oppervlak.
5. Gebruik een microvezeldoek om het
polijstmiddel af te nemen om zo een
glanzend oppervlak te krijgen. Controleer
het resultaat en ga verder op een nieuw
oppervlak van ongeveer 30 x 30 cm.
6. Wanneer de auto gepolijst is, moet de lak
worden beschermd met een was. Breng
een dunne laag aan met de hand of met
een schone en zachte polijstschijf. Wacht
een paar minuten en veeg vervolgens
af met een schone microvezeldoek.
Tip: verwijder voordat u de was gaat
opbrengen de restanten van polijstmiddel
met isopropanol of een ander middel voor
de diepgaande reiniging van autolak.
7. Maak hoezen en microvezeldoeken
schoon en bewaar de uitrusting droog en
stofvrij.