MD 41550 Autoradio BDA_NL_edit.FH11 Tue Feb 10 08:58:18 2004 Seite 8
C
M
Y
CM
MY
CY CMY
K
BASISBEDIENING
In-/uitschakelen
Druk op de PWR-toets (9) om het toestel in/uit te schakelen.
Volume
Druk op de toetsen ^ (11) en v (12) om het volume te regelen.
egel het volume enkel zo dat u de geluidssignalen van eventueel aankomende ziekenwagens,
brandweerwagens of politieauto's nog kunt horen!
Bass
Druk één keer op de toets SEL (10) om de lage tonen in te stellen. Wanneer u op de toetsen ^ (11) of
v (12) drukt, worden de lage tonen versterkt of verminderd.
Hoge tonen
Druk twee keer op de toets SEL (10) om de hoge tonen in te stellen. Wanneer u op de toetsen ^ (11) of
v (12) drukt, worden de hoge tonen versterkt of verminderd.
Balance
Druk drie keer op de toets SEL (10) om de balans in te stellen. Wanneer u op de toetsen ^ (11) of v (12)
drukt, kunt u de balans tussen de rechter- en de linkerluidspreker instellen.
Fading
Druk vier keer op de toets SEL (10) om de fading in te stellen. Wanneer u op de toetsen ^ (11) of v (12)
drukt, kunt u de fader van de voorste en achterste luidspreker instellen.
Loudness
Houd de toets BND/LOU ingedrukt tot er een geluidssignaal te horen is. Op het display verschijnt LOUD
ON of LOUD OFF. Zo worden de lage frequenties bij een laag volume op een voor het gehoor psycho-
akoestisch correcte manier weergegeven.
Display
Wanneer u op de toets DSP/0 (15) drukt, kunt u de volgende informatie opvragen:
Programmanaam
Frequentie
Tijd (wordt bij RDS-ontvangst automatisch ingesteld)
PTY-instellingen
(Deze RDS-functies worden door de radiozenders met verschillende kwaliteit en ook verschillend qua
hoeveelheid doorgestuurd. Meer informatie daarover vindt u in het hoofdstuk RADIO onder RDS).
Mode
Met de toets MOD (6) kunt u omschakelen tussen radio en cd.
Equalizer
FLAT
CLASSICS
POP M
ROCK M
DSP OFF
Reset
Om uw autoradio opnieuw in te stellen op de toestand zoals bij levering, drukt u met een balpen op de
RESET-toets (28). Die toets vindt u achter het bedieningsgedeelte!
Druk op de RESET-toets
wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, nadat de kabelverbindingen tot stand zijn gebracht,
indien niet alle functietoetsen functioneren,
wanneer er een foutmelding verschijnt op het display.
NL 9
NL
