73
Aansluiten
Gebruik voor de aansluiting van de USB-interface uitsluitend de meegeleverde, resp. een
andere geschikte USB-kabel. Bij gebruik van de verkeerde kabels kunnen storingen optreden.
Gebruik voor de aansluiting van de audio-uitgangen alleen hiervoor geschikte, afgeschermde
aansluitkabels. Bij gebruik van andere kabels kunnen zich storingen voordoen.
Om vervormingen of onjuiste aanpassingen te voorkomen die tot beschadiging van het
apparaat kunnen leiden, mogen op de betreffende aansluitingen uitsluitend apparaten met
soortgelijke contacten worden aangesloten.
• Verbind de stekker van uw koptelefoon met de koptelefoonaansluiting (36).
• Sluit op de audio-uitgang AUDIO OUTPUT (39) van uw actieve luidsprekers, resp. een versterker met
luidsprekers aan.
De witte cinch-bus voert het signaal van het linker kanaal.
De rode cinch-bus voert het signaal van het rechter kanaal.
• Sluit uw microfoon aan de aansluiting MIC INPUT (35) aan.
• Schakel uw computer in en wacht tot het besturingssysteem volledig opgestart is.
• Verbind de USB-aansluiting (40) met een USB-poort van uw computer.
• Nu herkent uw besturingssysteem de nieuwe hardware en installeert automatisch de gewenste drivers.
• Nadat de driver is geïnstalleerd, verschijnt een overeenkomstige melding.