5
Informatie van het voorbeeld
Aan het begin van de jaren vijftig waren de te vervoeren
hoeveelheden goederen zo gegroeid dat de Schweizerische
Bundesbahnen (SBB) zich verplicht zagen een nieuw type
lokomotief te ontwikkelen. De nieuwe lok moest sterker,
sneller en vooral ook lichter zijn. Zo ontstand de serie Ae 6/6,
die vele jaren het leeuwedeel van de transporten via de
Gotthard voor zijn rekening nam. De zesassige lok (Co’Co’)
met een vermogen van 4400 kW (6000 pk) en een maximum
snelheid van 125 km/h was in staat een trein van in totaal
770 t over de Gotthard te trekken. Dat leverde een aanmer-
kelijke verkorting van de rijtijd, maar ook besparingen want
voorheen moesten alle treinen in dubbeltractie getrokken
worden.
In totaal werden er van deze sterke lok die tot in de jaren
zventig zijn stempel op het goederenvervoer drukte, 120
exemplaren gebouwd. De eerste 25 machines kregen
wapenschilden van de Zwitserse kantons, de rest werd
voorzien van het wapen van één van de peetsteden.
Informations concernant la locomotive réelle
Au début des années 50, les puissances de traction né-
cessaires étaient devenues tellement importantes que les
Chemins de Fer Fédéraux suisses (CFF/SBB/FFS) s’étaient
vus contraints de développer un nouveau type de locomo-
tive.La nouvelle locomotive devait être plus puissante, plus
rapide et surtout plus légère. C’est aisni que naquit la série
Ae 6/6 qui assura pendant de longues années l’essentiel
des services de traction sur le Gotthard. Cette locomotive à
six essieux (Co’Co’) d’une puissance de 4400 kW (6000 CV)
avec une vitesse maximum de 125 km/h était capable de
faire franchir le Saint Gotthard à un train de 770 t de masse
totale. Ceci se traduisit par des gains de temps importants et
des économies, car les tractions devaient auparavant être
assurées en double traction.
Au total, ce furent 120 unités de cette locomotive puissante
qui furent construites, marquant de leur image le trafic
marchandises sur la ligne du Saint Gotthard jusqu’aux
années soixante-dix. Les 25 premières machines ont reçu
des blasons de contons suisses, les suivantes des blasons
de villes de parrainage.