3. Bediening
1, Trek het ontluchtingsventiel uit voordat u de werkplaatskraan voor de
eerste keer gebruikt en steek de hendel (4) in de cilinder (11), zoals hieronder
afgebeeld.
1, Heffen: draai de cilinder naar de gewenste positie en beweeg de hendel op
en neer.
2, Zakken: draai het zakventiel tegen de klok in, laat de hendel los en het zak-
ventiel sluit automatisch.
3, Instellen van de hefarm: Stel de hefarm in op het juiste gewicht en lengte
voor het te tillen object. Druk de ontgrendelknop (A) in en schuif de hefarm
(B) naar de juiste stand.
1, Kraanopslag:
laat de giek op het laagste punt vallen en draai de cilinder naar achteren;
Trek de handgreep 4 en de voorpootbout 7 uit, Draai de voorpoot 6 en 9 om-
hoog en steek de voorpootbout 7 in;
Steek de hendel 4 in de gleuf op het frame 3. Zoals rechts getoond
NLD
6