51
11. De batterijen vervangen
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, stopt de
laserkop met draaien en gaat de laserstraal knipperen.
1.
Het batterijencompartiment (13) bevindt
zich achter de wandklem. Open de klem
(15) om bij het compartiment te kunnen
komen.
1.
Vervang de batterijen door 3 nieuwe AA
alkalinebatterijen en zorg ervoor dat de
polen (- en +) overeenkomen met de
markeringen in het compartiment.
Vervang alle 3 de batterijen tegelijk.
12. De laser controleren
Hier volgens enkele eenvoudige aanwijzingen om de
nauwkeurigheid van uw laser te controleren. Denk
eraan dat de laser een precisie-instrument is. U dient
er voor te zorgen dat de laser in goede staat verkeert
en goed gekalibreerd is. De nauwkeurigheid van uw
werk valt volledig onder uw eigen
verantwoordelijkheid.
U dient uw instrument dan ook regelmatig te
controleren, vooral voorafgaande aan een
belangrijke opdracht.
Y-as
X-as