6. Controleer vóór het gebruik of alle schroeven
goed vastzitten. Laat het gereedschap een
tijdje onbelast warmdraaien wanneer het koud
weer is of wanneer het gereedschap voor
langere tijd niet werd gebruikt. Hierdoor zal
het smeermiddel vloeibaar worden. Hameren
is moeilijk indien het gereedschap niet goed
warmgedraaid is.
7. Zorg ervoor dat u altijd stevige steun voor de
voeten hebt. Controleer of er zich niemand
beneden u bevindt wanneer u het gereed-
schap op een hoge plaats gaat gebruiken.
8. Houd het gereedschap stevig vast met beide
handen.
9. Houd uw handen uit de buurt van draaiende
onderdelen.
10. Laat het gereedschap niet achter terwijl het
nog in bedrijf is. Bedien het gereedschap
alleen wanneer u het met beide handen vast-
houdt.
11. Richt het gereedschap tijdens het gebruik niet
op personen die zich in de nabije omgeving
bevinden. De boor zou kunnen losraken en
ernstige verwondingen veroorzaken.
12. Raak de boor of onderdelen in de nabije omge-
ving van de boor niet aan onmiddellijk na het
gebruik. Deze kunnen erg heet zijn en brand-
wonden veroorzaken.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Zijhandgreep (hulphandgreep) (Fig. 1)
De zijhandgreep is naar beide zijden verstelbaar,
zodat het gereedschap in elke positie gemakkelijk te
bedienen is. Draai de zijhandgreep los door deze
linksom te draaien. Draai vervolgens de zijhandgreep
naar de gewenste positie en zet opnieuw vast door
rechtsom te draaien.
Aanbrengen of verwijderen van de boor
Belangrijk:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvo-
rens de boor aan te brengen of te verwijderen.
Reinig de boorschacht en smeer er ongeveer 0,5 û 1
gram boorvet (bijgeleverd) op alvorens de boor te
installeren. (Fig. 2)
Steek de boor in de machine. Draai de boor en duw
deze naar binnen tot zij vergrendelt. (Fig. 3)
Indien de boor niet naar binnen kan worden geduwd,
dient u deze eruit te nemen en het boorkopdeksel
enkele keren omlaag te trekken. Steek dan de boor
opnieuw erin. Draai de boor en duw deze naar binnen
tot zij vergrendelt. (Fig. 4)
Nadat de boor is geïnstalleerd, moet u altijd control-
eren of de boor goed vastzit door te proberen hem
eruit te trekken.
Om de boor te verwijderen, trekt u het boorkopdeksel
helemaal omlaag en dan trekt u de boor eruit.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 5)
LET OP:
Alvorens het netsnoer op het stopcontact aan te
sluiten, dient u altijd te controleren of de trekker-
schakelaar behoorlijk werkt en bij loslaten onmiddel-
lijk naar de ‘‘OFF’’ positie terugkeert.
Om het gereedschap in te schakelen, de trekschake-
laar gewoon indrukken. De machine gaat sneller
draaien wanneer de druk op de trekschakelaar wordt
vermeerderd. Om de machine te stoppen, de trek-
schakelaar loslaten.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 5)
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
• Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het
gereedschap tot volledige stilstand is gekomen.
Indien u de draairichting verandert voordat het
gereedschap is gestopt, kan het gereedschap
beschadigd raken.
• Probeer niet de trekkerschakelaar in te drukken
terwijl de omkeerschakelaar in de neutrale stand
staat. Indien u de schakelaar met geweld indrukt,
kan deze beschadigd raken.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar waar-
mee u de draairichting kunt veranderen. Beweeg de
knop naar de
positie (A positie) voor rechtsom
draairichting, en naar de
positie (B positie) voor
linksom draairichting.
Kiezen van de bedieningsfunctie (Fig. 6)
Dit gereedschap heeft een omschakelknop. Gebruik
deze knop voor het kiezen van een van de twee
bedieningsfuncties die geschikt is voor uw werk. Voor
roteren alleen, draai de knop zodanig dat het pijltje op
de knop naar het
symbool op het lichaam van
het gereedschap wijst. Voor roteren met hameren,
draai de knop zodanig dat het pijltje op de knop naar
het
symbool op het lichaam van het gereed-
schap wijst.
LET OP:
Zet de knop altijd volledig op het gewenste symbool.
Indien u het gereedschap gebruikt met de knop
halverwege tussen de twee symbolen geplaatst, kan
het gereedschap beschadigd raken.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de
motor een bepaald koppel bereikt. De motor wordt
dan ontkoppeld van de uitgangsas. Wanneer dit
gebeurt, zal de boor ophouden met draaien.
22
HR2430 (Nl) (’99. 12. 15)
Summary of Contents for HR2430
Page 2: ...1 2 3 4 5 6 3 2 1 4 5 6 7 7 8 9 B A 0 7 8 w e q B A t r 2 ...
Page 3: ...9 10 11 12 13 14 y u i o o p a s d 15 16 f g h j 3 ...
Page 4: ...17 18 19 k l z x c 4 ...
Page 55: ......
Page 56: ......
Page 57: ......
Page 58: ...58 ...
Page 59: ...59 ...
Page 60: ...Makita Corporation Anjo Aichi Japan Made in Japan 884313A992 ...