17
NEDERLANDS
Verklaring van algemene gegevens
1
Asvergrendeling
2
Trekschakelaar
3
Veiligheidspal
4
Zijhandgreep
5
Beschermkap
6
Kussenblokkast
7
Schroef
8
Hendel
9
Borgmoer
10
Verzonken-centerschijf/Multi-
disc
11
Binnenflens
12
Borgmoersleutel
13
Luchtuitlaatopening
14
Luchtinlaatopening
15
Collector
16
Isolerend uiteinde
17
Koolborstel
18
Schroevendraaier
19
Koolborsteldop
TECHNISCHE GEGEVENS
Model
GA7010C/GA7010CF
GA9010C/GA9010CF
Diameter slijpschijf ....................................................................... 180 mm
230 mm
Asschroefdraad ........................................................................... M14
M14
Toerental onbelast/min. (min
-1
) .................................................... 8 400
6 000
Totale lengte ................................................................................ 453 mm
453 mm
Netto gewicht ............................................................................... 3,4 kg
3,4 kg
Veiligheidsklasse ..........................................................................
/II
/II
• In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling behouden wij ons het recht voor bovenstaande
technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
• Opmerking: De technische gegevens kunnen van land
tot land verschillen.
Doeleinden van gebruik
Dit gereedschap is bedoeld voor het slijpen, schuren en
snijden van metaal- en steenmaterialen zonder gebruik
van water.
Stroomvoorziening
Dit gereedschap mag alleen worden aangesloten op een
stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op de
naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom
worden gebruikt. Dit gereedschap is dubbel-geïsoleerd
volgens de Europese standaard en kan derhalve ook op
een niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriften nauwkeurig op te volgen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR HET
GEREEDSCHAP
1.
Draag tijdens het werk altijd oog- en oorbescher-
ming. Draag ook andere veiligheidsuitrusting
zoals een stofmasker, handschoenen een helm
en een voorschoot.
2.
Schakel het gereedschap uit en haal zijn nets-
noer uit het stopcontact alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
3.
Houd de beschermkappen op hun plaats.
4.
Gebruik uitsluitend schijven van de juiste
grootte en met een maximaal bedrijfstoerental
dat minstens even hoog is als het hoogste “No
Load Speed” (toerental onbelast) dat op de
naamplaat van het gereedschap is opgegeven.
Wanneer u schijven met een verzonken asgat
gebruikt, gebruik dan uitsluitend schijven die
met glasvezel zijn versterkt.
5.
Controleer de schijf vóór elk gebruik zorgvuldig
op scheuren, barsten of beschadiging. Vervang
een gescheurd, gebarsten of beschadigd schijf
onmiddellijk.
6.
Volg de instructies van de fabrikant voor het juist
monteren en gebruiken van de schijven zorgvul-
dig op. Behandel de schijven voorzichtig en berg
deze met zorg op.
7.
Gebruik geen afzonderlijke verloopmoffen of
adapters om schuurschijven met een groot asgat
aan dit gereedschap aan te passen.
8.
Gebruik uitsluitend flenzen die voor dit gereed-
schap zijn bestemd.
9.
Pas op dat u de as, de flens (vooral het montage-
vlak) of de klembout niet beschadigt. Beschadi-
ging van deze onderdelen kan leiden tot
schijfbreuk.
10. Voor gereedschap waarop schijven met een
geschroefd asgat dienen gemonteerd te worden,
moet u ervoor zorgen dat de schroefdraad in de
schijf lang genoeg zodat de as helemaal erin
gaat.
11. Laat het gereedschap tenminste 30 seconden
lang met het maximale onbelaste toerental
draaien op een veilige plaats alvorens het op een
werkstuk te gebruiken. Stop het gereedschap
onmiddellijk als er sprake is van trilling of
beving die het gevolg kunnen zijn van onjuiste
installatie of een slecht uitgebalanceerde schijf.
Controleer het gereedschap om de oorzaak van
het probleem te bepalen.
12. Zorg ervoor dat het werkstuk goed ondersteund
is.
13. Houd het gereedschap stevig vast.
14. Houd uw handen uit de buurt van draaiende
onderdelen.
15. Zorg ervoor dat schuurschijf het werkstuk niet
raakt voordat het gereedschap is ingeschakeld.
16. Voor slijpwerkzaamheden moet u het schijfop-
pervlak gebruiken dat daarvoor bestemd is.
17. Gebruik de doorslijpschijf niet voor zijdelings
slijpen.
18. Pas op voor rondvliegende vonken. Houd het
gereedschap zodanig vast dat er geen vonken
op uzelf, andere personen of ontvlambaar mate-
riaal terecht kunnen komen.
19. Houd er rekening mee dat de schijf nog een tijdje
blijft draaien nadat het gereedschap is uitge-
schakeld.