58 NEDERLANDS
OPMERKING:
Afhankelijk van de gebruiksomstan
-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge
-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
OPMERKING:
Het eerste (meest linker) indicator
-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys
-
teem in werking is getreden.
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt auto
-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stop
-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu wordt gebruikt
op een manier waardoor een abnormaal hoge stroom
wordt getrokken, stopt het gereedschap automatisch
zonder dat een indicatorlampje gaat branden. Schakel
in die situatie het gereedschap uit en stop het gebruik
dat ertoe leidde dat het gereedschap overbelast raakte.
Schakel daarna het gereedschap in om het weer te
starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu oververhit is,
stopt het gereedschap automatisch. Laat het gereed
-
schap afkoelen, voordat u het gereedschap opnieuw
inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed
-
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
De beveiligingsvergrendeling
opheffen
Wanneer het beveiligingssysteem herhaaldelijk in wer
-
king treedt, wordt het gereedschap vergrendeld.
In deze situatie start het gereedschap niet meer, ook
niet wanneer het gereedschap wordt in- en uitgescha
-
keld. Om de beveiligingsvergrendeling op te heffen,
verwijdert u de accu, plaatst u deze in de acculader en
wacht u tot het opladen is voltooid.
Asvergrendeling
Druk de asvergrendeling in om te voorkomen dat de
as meedraait wanneer u accessoires aanbrengt of
verwijdert.
►
Fig.3:
1.
Asvergrendeling
KENNISGEVING:
Bedien de asvergrendeling
nooit terwijl de as draait.
Het gereedschap kan
hierdoor worden beschadigd.
Werking van de schakelaar
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de accu in het
gereedschap aanbrengt, of de schuifschakelaar op de
juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand,
wanneer achter op de schuifschakelaar wordt gedrukt.
LET OP:
De schakelaar kan worden vergrendeld
in de aan-stand ten behoeve van het gebruikersge-
mak bij langdurig gebruik. Wees extra voorzichtig
wanneer u de schakelaar in de aan-stand vergren-
delt en houd het gereedschap altijd stevig vast.
Om het gereedschap te starten, drukt u de achterkant
van de schuifschakelaar omlaag en schuift u die ver
-
volgens naar de stand “I” (aan). Om het gereedschap
continu te laten werken, drukt u de voorkant van de
schuifschakelaar omlaag om deze te vergrendelen.
►
Fig.4:
1.
Schuifschakelaar
Om het gereedschap te stoppen, drukt u de achterkant
van de schuifschakelaar omlaag zodat die terugkeert
naar de stand “O” (uit).
►
Fig.5:
1.
Schuifschakelaar
Beveiliging tegen onopzettelijk herstarten
Bij het aanbrengen van de accu in het gereedschap
terwijl de schuifschakelaar in de stand “I” (aan) staat,
start het gereedschap niet.
Om het gereedschap te starten schuift u de schuifscha
-
kelaar eerst naar de stand “O” (uit) en vervolgens naar
de stand “I” (aan).
Actieve terugkoppelingsdetectietechnologie
Het gereedschap detecteert elektronisch situaties
waarin de schijf of het accessoire gevaar loopt om vast
te lopen. In deze situatie wordt het gereedschap auto
-
matisch uitgeschakeld om verder ronddraaien van de
as te voorkomen (het voorkomt niet terugslag).
Om het gereedschap te starten, schakelt u eerst het gereed
-
schap uit, heft u de oorzaak van de plotselinge afname van het
toerental op, en schakelt u daarna het gereedschap weer in.
Zachte-startfunctie
De zachte-startfunctie voorkomt abrupt schoksgewijs inschakelen.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens de functies op het gereedschap af te
stellen of te controleren.
De zijhandgreep (handvat) monteren
LET OP:
Controleer altijd voor gebruik of de
zijhandgreep stevig vastzit.
Draai de zijhandgreep vast op het gereedschap in een
van de standen aangegeven in de afbeelding.
►
Fig.6
Summary of Contents for GA035G
Page 2: ...2 3 1 1 Fig 1 1 2 Fig 2 1 Fig 3 1 Fig 4 1 Fig 5 Fig 6 2 ...
Page 3: ...1 3 2 Fig 7 1 2 A B B Fig 8 1 2 A B B B C C Fig 9 3 2 4 1 Fig 10 1 2 Fig 11 3 ...
Page 4: ...2 3 4 1 Fig 12 2 3 1 Fig 13 2 3 4 1 Fig 14 1 Fig 15 1 2 Fig 16 Fig 17 1 2 4 3 Fig 18 4 ...
Page 5: ...1 1 4 4 2 3 Fig 19 1 1 4 4 2 3 Fig 20 1 Fig 21 1 Fig 22 Fig 23 Fig 24 Fig 25 Fig 26 5 ...
Page 6: ...Fig 27 2 1 Fig 28 1 Fig 29 1 2 5 2 2 11 12 4 3 5 6 7 8 9 10 13 3 14 5 3 Fig 30 6 ...
Page 119: ...119 ...