
80 NEDERLANDS
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Zorg altijd dat het apparaat is uitge-
schakeld en de accu ervan is verwijderd alvorens
de functies op het apparaat af te stellen of te
controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het apparaat altijd uit voor-
dat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het apparaat en de accu stevig
vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van
de accu.
Als u het apparaat en de accu niet stevig
vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en het
apparaat of de accu beschadigen, of kan persoonlijk
letsel worden veroorzaakt.
►
Fig.1:
1.
Rood deel
2.
Knop
3.
Accu
Om de accu te verwijderen, verschuift u de knop aan de voorkant
van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu uit het apparaat.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het gereed
-
schap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan
de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet
goed aangebracht.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is.
Als u dit
niet doet, kan de accu per ongeluk uit het apparaat
vallen en u of anderen in uw omgeving verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
Apparaat-/accubeveiligingssysteem
Het apparaat is uitgerust met een apparaat -/accube-
veiligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch
de voeding naar de motor uit om de levensduur van
het apparaat en de accu te verlengen. Het apparaat
zal tijdens het gebruik automatisch stoppen wanneer
het apparaat of de accu zich in één van de volgende
omstandigheden bevindt.
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het apparaat wordt gebruikt op een manier
die een abnormaal hoge stroomsterkte vergt, stopt het
apparaat automatisch zonder dat een indicatorlampje
gaat branden. Schakel in dat geval het apparaat uit en
stop met de toepassing die ertoe leidde dat het appa-
raat overbelast raakte. Schakel vervolgens het apparaat
in om het weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het apparaat oververhit is, stopt het apparaat
automatisch. Laat het apparaat eerst afkoelen alvorens
het weer in te schakelen.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading laag is, stopt het apparaat automa-
tisch. Als het apparaat niet werkt, ook niet wanneer de
schakelaars worden bediend, verwijdert u de accu’s
vanaf het apparaat en laadt u de accu’s op.
De resterende acculading controleren
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes
►
Fig.2:
1.
Indicatorlampjes
2.
Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende acculading te
zien. De indicatorlampjes branden gedurende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Resterende
acculading
Brandt
Uit
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
OPMERKING:
Afhankelijk van de gebruiksomstandighe
-
den en de omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de aan
-
gegeven acculading verschilt van de werkelijke acculading.
OPMERKING:
Het eerste (meest linker) indicator-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys
-
teem in werking is getreden.
Plaats van het bedieningskastje
Het bedieningskastje kan aan elke zijkant van de onderste riem wor
-
den opgehangen. Geleid het snoer zodanig dat het bedieningskastje
aan de gewenste zijkant uitkomt. Om te voorkomen dat het snoer
beschadigd raakt, geleidt u het snoer door de groef, zoals afgebeeld.
►
Fig.3:
1.
Groef
2.
Snoer
De riemen afstellen
De lengte van de schouderriemen, de onderste riem en
de bovenste riem kan worden afgesteld. Steek eerst uw
armen door de schouderriemen en bevestig daarna de
onderste en bovenste riemen. Om strak te trekken, trekt
u aan de uiteinden van de riem, zoals afgebeeld. Om
los te maken, tilt u het uiteinde van de gesp op.
Onderste riem
►
Fig.4:
1.
Riem
2.
Gesp
Schouderriemen
►
Fig.5:
1.
Riem
2.
Gesp
Bovenste riem
►
Fig.6:
1.
Riem
2.
Gesp
Summary of Contents for DVC665ZU
Page 2: ...2 1 3 3 Fig 1 1 2 Fig 2 2 1 2 1 Fig 3 1 2 Fig 4 1 2 Fig 5 2 1 Fig 6 1 Fig 7 2...
Page 3: ...1 Fig 8 Fig 9 1 2 3 Fig 10 1 2 Fig 11 1 2 3 Fig 12 1 2 Fig 13 1 2 3 Fig 14 3...
Page 4: ...1 2 3 Fig 15 1 2 Fig 16 1 2 3 Fig 17 1 2 3 4 Fig 18 1 3 2 4 Fig 19 1 Fig 20 1 2 3 Fig 21 4...
Page 5: ...1 Fig 22 Fig 23 Fig 24 1 2 Fig 25 1 2 Fig 26 2 1 3 Fig 27 5...
Page 6: ...1 1 1 1 4 3 2 Fig 28 Fig 29 Fig 30 2 1 Fig 31 1 Fig 32 1 Fig 33 Fig 34 6...
Page 7: ...1 Fig 35 2 1 3 4 Fig 36 2 3 1 Fig 37 1 Fig 38 1 2 2 1 Fig 39 Fig 40 7...
Page 8: ...1 Fig 41 2 1 Fig 42 1 Fig 43 1 2 2 1 Fig 44 3 1 2 Fig 45 1 2 Fig 46 8...
Page 9: ...1 Fig 47 2 3 1 Fig 48 Fig 49 1 Fig 50 9...
Page 10: ...1 Fig 51 1 2 3 Fig 52 3 2 1 Fig 53 1 Fig 54 2 3 1 4 Fig 55 2 1 Fig 56 10...
Page 11: ...1 2 Fig 57 1 2 Fig 58 2 1 3 Fig 59 11...
Page 139: ...139 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 1 2 3 4...
Page 140: ...140 5 6 130 C 7 8 1 2 3 1 1 2 3 2 3 4 5 1 2 3 6 50 C 7 8 9 10 11 12 Makita 13 14 15 16 17 18...
Page 142: ...142 1 1 2 3 2 1 2 75 100 50 75 25 50 0 25 3 1 2...
Page 143: ...143 4 1 2 5 1 2 6 1 2 7 1 8 1 AUTO I ON O OFF 1 2 9 I ON 10 1 2 3 11 1 2 12 1 2 3 13 1 2...
Page 145: ...145 24 1 25 1 2 2 26 1 2 27 1 2 3 3 28 1 2 3 4 1 29 2 1 2 30 31 1 2 3 32 1 33 1...
Page 146: ...146 34 Makita 10 10 I ON 1 35 1 2 36 1 2 3 4 37 1 2 3 Makita...
Page 148: ...148 20 45 1 2 3 1 2 3 I ON 4 6 5 6 6 5 46 1 2 2 I ON 2 20 2 2 20 5 2 3 I ON...
Page 149: ...149 Makita Makita I ON I ON I ON I ON 10 Wi Fi...
Page 150: ...150 I ON I ON 10 10 10 Wi Fi O I ON I ON 6 6 Makita Makita...
Page 152: ...152 54 1 1 55 1 2 3 4 2 3 56 1 2 57 1 2 1 58 1 2 2 3 59 1 2 3...