40 NEDERLANDS
Het aandraaikoppel instellen
►
Fig.8:
1.
Werkingsfunctiekeuzering
2.
Instelring
3.
Koppelaanduiding
4.
Pijlteken
Door de instelring te draaien, kan het draaikoppel worden ingesteld op 20 niveaus. Lijn de koppelaanduiding uit met
het pijlteken op het gereedschapshuis. Voor het minimumaandraaikoppel kiest u 1 en voor het maximumaandraai
-
koppel kiest u 20.
Alvorens met het eigenlijke werk te beginnen, draait u eerst een testschroef in uw werkstuk of een stuk identiek
materiaal, om te bepalen welk aandraaikoppel het meest geschikt is voor een bepaalde toepassing. Hieronder volgt
een grove richtlijn voor de relatie tussen de schroefmaat en de koppelaanduiding.
Koppelaanduiding
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Kolomschroef
M4
M5
M6
Hout-
schroef
Zachthout
(bijv.
naaldhout)
–
ɸ
3,5 x 22
ɸ
4,1 x 38
–
Hardhout
(bijv.
meranti)
–
ɸ
3,5 x 22
ɸ
4,1 x 38
–
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
Het schroefbit/boorbit aanbrengen
of verwijderen
Optioneel accessoire
►
Fig.9:
1.
Bus
2.
Dicht
3.
Open
Draai de klembus linksom los om de klauwen te ope-
nen. Plaats het schroefbit/boorbit zo ver mogelijk in de
spankop. Draai de klembus rechtsom om het bit in de
spankop vast te zetten. Om het schroefbit/boorbit te
verwijderen, draait u de klembus linksom.
De haak aanbrengen
WAARSCHUWING:
Gebruik de opgang-/
bevestigingsmiddelen alleen waarvoor ze bedoeld
zijn, d.w.z. ophangen aan een gereedschapsgor-
del tussen werkzaamheden of tijdens pauzes.
WAARSCHUWING:
Wees voorzichtig dat de
haak niet overbelast wordt aangezien een te hoge
kracht of onregelmatige overbelasting kan leiden
tot beschadiging van het gereedschap met per-
soonlijk letsel tot gevolg.
LET OP:
Als u de haak aanbrengt, bevestigt u
deze altijd stevig met de schroef.
Als u dit niet doet,
kan de haak losraken en tot persoonlijk letsel leiden.
LET OP:
Verzeker u ervan dat het gereed-
schap veilig hangt voordat u het loslaat.
Door
onzorgvuldig of ongebalanceerd ophangen kan het
gereedschap eraf vallen en persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
►
Fig.10:
1.
Gleuf
2.
Haak
3.
Schroef
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op
te hangen. De haak kan aan iedere zijkant van het
gereedschap worden bevestigd. Om de haak te beves-
tigen, steekt u deze in een gleuf op een zijkant en zet
u hem vast met de schroef. Om de haak eraf te halen,
draait u de schroef los en haalt u de haak eraf.
Het gat gebruiken
WAARSCHUWING:
Gebruik het ophanggat
nooit voor iets waar het niet voor bedoeld is,
bijvoorbeeld om het gereedschap mee vast te
binden op een hoge plaats.
Stuikdruk in een zwaar
belast gat kan het gat beschadigen, waardoor letsel
kan ontstaan bij u of mensen rondom of onder u.
►
Fig.11:
1.
Ophanggat
Gebruik het ophanggat achteraan de onderkant van
het gereedschap om het gereedschap aan een muur te
hangen met behulp van een ophangkoord of soortgelijk
touw.
De schroefbithouder aanbrengen
Optioneel accessoire
►
Fig.12:
1.
Schroefbithouder
2.
Schroefbit
Pas de schroefbithouder op de uitstekende nok aan
de voet van het gereedschapshuis, links of rechts naar
keuze, en zet de bithouder vast met een schroef.
Wanneer u het schroefbit niet gebruikt, kunt u het in de
schroefbithouders opbergen. Schroefbits van 45 mm
lengte kunnen hier worden bewaard.