29
gereedschap een minimaal draaikoppel en in de stand
met de markering een maximaal draaikoppel.
In de standen 1 t/m 16 zal de koppeling slippen bij steeds
oplopende draaikoppelniveaus. De koppeling werkt niet
op de markering.
Bepaal het juiste draaikoppelniveau door bij wijze van
proef een schroef in het materiaal of een stuk
gelijkwaardig materiaal te draaien, alvorens het
gereedschap voor de daadwerkelijke klus te gebruiken.
Hieronder vindt u een ruwe richtlijn voor de relatie tussen
de schroefmaat en de schaalverdeling.
013981
ONDERDELEN AANBRENGEN EN
VERWIJDEREN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens enige
werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten.
Het schroefbit of boorbit aanbrengen en
verwijderen (zie afb. 9)
Draai de mof linksom om de klauwen in de spankop te
openen. Steek de boor/het bit zo ver mogelijk in de
spankop. Draai de mof rechtsom om de spankop te
sluiten.
Om de boor/het bit te verwijderen, draait u de mof
linksom.
Haak (zie afb. 10)
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk aan op te
hangen. Deze kan aan beide kanten van het gereedschap
worden bevestigd.
U bevestigt de haak door deze in een groef in de
behuizing van het gereedschap te steken en vast te
zetten met een schroef. Om de haak te verwijderen, draait
u de schroef los en haalt u de haak van het gereedschap
af.
De bithouder aanbrengen (los
verkrijgbaar) (zie afb. 11)
Pas de bithouder in de uitsparingen op de linker- of
rechterzijkant van de voet van het gereedschap en zet
deze vast met een schroef.
Wanneer u een schroefbit niet gebruikt, klemt u deze in
de bithouder. U kunt hierin bits van 45 mm lengte
bewaren.
BEDIENING
LET OP:
• Steek de accu altijd zo ver mogelijk in het gereedschap
totdat deze met een klik wordt vergrendeld. Als u het
rode deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is
de accu niet goed aangebracht. Steek de accu zo ver
mogelijk erin tot het rode deel niet meer zichtbaar is.
Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
• Wanneer de snelheid sterk afneemt, verlaagt u de
belasting of schakelt u het gereedschap uit om
beschadiging van het gereedschap te voorkomen
(zie
afb. 12)
.
Houd het gereedschap stevig vast met één hand aan de
handgreep en de andere aan de onderkant van de accu
om de draaiende beweging op te vangen.
Gebruik als schroevendraaier
LET OP:
• Stel de instelring in op het juiste draaikoppelniveau
voor uw klus.
Plaats de punt van het schroefbit in de schroefkop en
oefen druk uit op het gereedschap. Start het gereedschap
op lage snelheid en voer vervolgens de snelheid
geleidelijk op. Laat de aan-uitschakelaar los zodra de
koppeling begint te slippen.
LET OP:
• Zorg ervoor dat het schroefbit recht op de schroefkop
staat omdat anders de schroef en/of het bit kunnen
worden beschadigd.
OPMERKING:
• Bij het indraaien van houtschroeven, boort u eerst een
gat voor met een diameter van tweederde van de
schroefdikte. Hierdoor wordt het schroeven
gemakkelijker en wordt voorkomen dat het werkstuk
splijt.
Gebruik als boormachine
Draai eerst de instelring zodat de pijl naar het symbool
wijst. Ga daarna als volgt te werk.
Boren in hout
Bij het boren in hout krijgt u de beste resultaten met een
houtboor die voorzien is van een geleideschroef. De
geleideschroef zorgt ervoor dat het boren gemakkelijker
verloopt doordat deze de boor in het werkstuk trekt.
Boren in metaal
Om te voorkomen dat bij het starten van het boren de
boor wegglijdt, maakt u een putje met een centerpons en
hamer op het punt waar u wilt boren. Plaats de punt van
de boor in het putje en begin te boren.
Richtlijn voor draaikoppel
Instelbare schaalverdeling
Machineschroef
Houtschroef
Zacht hout
(bijv. naaldhout)
Hardhout
(bijv. meranti)
3,5 x 22
4,1 x 38
3,5 x 22
4,1 x 38