21
Instellen van het draaimoment (Fig. 6)
Het draaimoment kan worden ingesteld in 16 stappen
door de afstelring zodanig te draaien dat zijn schaalver-
delingen overeenkomen met de wijzer op het huis van
het gereedschap. Het draaimoment is minimaal wanneer
het cijfer 1 met de wijzer overeenkomt, en is maximaal
wanneer het cijfer 16 met de wijzer overeenkomt.
Alvorens met het eigenlijke werk te beginnen, moet u het
geschikte draaimoment bepalen door een proefschroef in
uw werkstuk of in een stuk van hetzelfde materiaal te
schroeven.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is losgekoppeld vooraleer onderhoud uit te
voeren aan het gereedschap.
Installeren of verwijderen van de schroefbit of
boor (Fig. 7)
Houd de ring vast en draai de bus naar links om de klau-
wen van de boorkop te openen. Steek de boor zo ver
mogelijk in de boorkop. Houd daarna de ring weer stevig
vast en draai de bus naar rechts om de boorkop vast te
zetten.
Om de boor te verwijderen, houdt u de ring vast en draait
u de bus naar links.
BEDIENING
Hamerend boren
LET OP:
• Op het moment dat de boor door het gat heen dringt, of
wanneer het boorgat verstopt raakt met spanen en
metaaldeeltjes, of wanneer het gereedschap op ver-
sterkingsstaven in gewapend beton stoot, wordt er plot-
seling een enorme wringingskracht op het
gereedschap/boor uitgeoefend.
Draai eerst de werkingskeuzering zodat de wijzer op het
gereedschap naar de
markering wijst. Voor deze wer-
king kunt u de afstelring voor het draaimoment op een
willekeurig cijfer instellen.
Gebruik altijd een boor met een wolfraamcarbide boor-
punt.
Plaats de boorpunt op de plaats waar u wilt boren en
druk de trekschakelaar in. Forceer het gereedschap niet.
Een lichte druk geeft de beste resultaten. Houd het
gereedschap stevig vast en zorg dat de boor niet uit het
gat wegslipt.
Oefen geen grotere druk uit wanneer het boorgat ver-
stopt raakt met spanen of schilfertjes. Laat in plaats daar-
van het gereedschap onbelast draaien en verwijder de
boor gedeeltelijk uit het boorgat. Wanneer u dit een paar
keer herhaalt, zal het boorgat schoon worden en kunt u
normaal verder boren.
Blaasbalgje (los verkrijgbaar accessoire) (Fig. 8)
Gebruik het blaasbalgje nadat het gat is geboord, om stof
uit het gat weg te blazen.
Indraaien van schroeven (Fig. 9)
Draai eerst de werkingskeuzering zodat de wijzer op het
gereedschap naar de
markering wijst. Kies met de
afstelring het juiste draaimoment voor uw werk. Ga
daarna als volgt te werk.
Plaats de punt van de schroefbit in de schroefkop en
oefen druk op het gereedschap uit. Begin met lage snel-
heid en voer dan de snelheid geleidelijk op. Laat de trek-
schakelaar los zodra de koppeling ingrijpt.
LET OP:
• Zorg ervoor dat u de schroefbit recht op de schroefkop
plaatst, aangezien anders de schroef en/of de schroef-
bit beschadigd kan worden.
OPMERKING:
• Wanneer u houtschroeven indraait, maak dan voor-
boorgaten in het hout. Dit vergemakkelijkt het inschroe-
ven en voorkomt dat het hout splijt. Zie de
onderstaande tabel.
• Indien het gereedschap ononderbroken wordt gebruikt
totdat de accu is ontladen, dient u het gereedschap
15 minuten te laten rusten vooraleer met een nieuwe
accu verder te werken.
Boren
Draai eerst de stelring zodat de wijzer naar
de
m
markering wijst. Ga daarna als volgt te werk.
Boren in hout
Voor boren in hout krijgt u de beste resultaten met hout-
boren die voorzien zijn van een geleideschroef. Het
boren gaat dan gemakkelijker aangezien de geleide-
schroef de boor in het hout trekt.
Nominale diameter van
houtschroef (mm)
Aanbevolen diameter
van voorboorgat (mm)
3,1
2,0 – 2,2
3,5
2,2 – 2,5
3,8
2,5 – 2,8
4,5
2,9 – 3,2
4,8
3,1 – 3,4
5,1
3,3 – 3,6
5,5
3,7 – 3,9
5,8
4,0 – 4,2
6,1
4,2 – 4,4