Voor 6911HDB (Fig. 3)
• Uw nieuwe accu is niet geladen. U moet hem dus
vóór het gebruik laden. Gebruik de snellader Model
DC1411 voor het laden van de accu.
• Sluit de snellader aan op een stopcontact. Het
oplaadlampje zal dan groen knipperen.
• Schuif dan de accu in de snellader, ervoor zorgend
dat de plus en min polen van de accu overeenko-
men met de plus en min markeringen op de snel-
lader. Schuif de accu zo diep mogelijk in de open-
ing, zodat deze op de bodem van de lader rust.
• Wanneer de accu helemaal erin zit, zal de kleur van
het oplaadlampje veranderen van groen in rood en
zal het laden beginnen. Tijdens het laden zal het
oplaadlampje blijven branden.
• Nadat het laden is voltooid, zal de kleur van het
oplaadlampje veranderen van rood in groen. De
laadtijd is ongeveer 65 minuten.
• Indien u de accu na het laden in de lader laat zitten,
zal de lader overschakelen naar de ‘‘bijladen
(handhaven van de lading)’’ stand die ongeveer
24 uur zal duren.
• Verwijder na het laden de stekker van de lader uit
het stopcontact.
Accu
Capaciteit
(mAH)
Aantal cellen
1233
2200
10
LET OP:
• De snellader Model DC1411 is uitsluitend bestemd
voor het laden van Makita accu’s. Gebruik deze
nooit voor andere doeleinden of voor het laden van
accu’s van andere fabrikanten.
• Een nieuwe accu of een accu die gedurende lange
tijd niet werd gebruikt, kan soms niet volledig
worden geladen. Dit is normaal en wijst niet op een
defect. Nadat de accu een paar keer volledig is
ontladen en herladen, kunt u deze weer volledig
laden.
• Wanneer u de accu van een zojuist gebruikt gereed-
schap laadt, of een accu die voor langere tijd aan
direct zonlicht of hitte werd blootgesteld, gebeurt
het wel eens dat het oplaadlampje in rood knippert.
Wacht in zo’n geval een tijdje. Het laden zal begin-
nen nadat de accu is afgekoeld. De accu zal sneller
afkoelen indien u deze van de snellader verwijdert.
• Indien het oplaadlampje afwisselend in groen en
rood knippert, wijst dit op een probleem en is laden
niet mogelijk. De polen op de snellader of op de
accu zijn vuil of de accu is versleten of beschadigd.
Bijladen (Handhaven van de lading)
Indien u de accu na volledig opladen in de lader laat
zitten om spontaan ontladen te voorkomen, zal de
lader overschakelen naar de ‘‘bijladen (handhaven
van de lading)’’ stand en zal de accu vers en volledig
opgeladen blijven.
Wenken om de accu zo lang mogelijk te doen
meegaan
1. Laad de accu op alvorens deze volledig is ont-
laden.
Stop altijd het gereedschap en laad de accu op
wanneer u vaststelt dat het vermogen van het
gereedschap vermindert.
2. Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw
op. Door overladen zal de accu minder lang
meegaan.
3. Laad de accu bij een kamertemperatuur tussen
10°C en 40°C.
Laat een warme accu afkoelen alvorens deze te
laden.
Selecteren van de juiste sok
Gebruik altijd een sok van de juiste maat voor het
vastdraaien van bouten en moeren. Het gebruik van
een sok van de onjuiste maat zal een onnauwkeurig
of onregelmatig aantrekkoppel en/of beschadiging
van de bout of moer tot gevolg hebben.
Installeren of verwijderen van de sok (Fig. 4)
Belangrijk:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens de sok te installeren
of te verwijderen.
Verwijder de O-ring uit de groef in de sok en verwijder
de pen uit de sok. Schuif de sok over het draaistuk
van het gereedschap zodat het gat in de sok op één
lijn komt met het gat in het draaistuk. Steek de pen
door het gat in de sok en in het draaistuk. Breng de
O-ring weer op zijn oorspronkelijke plaats in de groef
aan, zodat de pen op zijn plaats wordt gehouden. Om
de sok te verwijderen, voert u deze procedure in
omgekeerde volgorde uit.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 5)
LET OP:
Alvorens de accu in het gereedschap te plaatsen,
moet u altijd controleren of de trekschakelaar juist
werkt en bij loslaten naar de ‘‘OFF’’ positie terugkeert.
Om het gereedschap te starten, drukt u gewoon de
trekschakelaar in. Oefen meer druk uit op de trek-
schakelaar om het toerental te vermeerderen. Om het
gereedschap te stoppen, de trekschakelaar loslaten.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 6)
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar pas
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Indien u de draairichting verandert terwijl het
gereedschap nog draait, kan het gereedschap be-
schadigd raken.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor
het veranderen van de draairichting. Schuif de
omkeerschakelaar naar links voor rechtse draairich-
ting, of naar rechts voor linkse draairichting.
6911HDA/6911HDWA(Nl) (’98. 12. 18)
23