49 NEDERLANDS
WAARSCHUWING:
Draag gehoorbescherming.
WAARSCHUWING:
De geluidsemissie tijdens het
gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan
verschillen van de opgegeven waarde(n) afhankelijk van
de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt, met
name van het soort werkstuk waarmee wordt gewerkt.
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat veilig-
heidsmaatregelen worden getroffen ter bescher-
ming van de gebruiker die zijn gebaseerd op een
schatting van de blootstelling onder praktijkom-
standigheden (rekening houdend met alle fasen
van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende
welke het gereedschap is uitgeschakeld en statio-
nair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
EG-verklaring van conformiteit
Alleen voor Europese landen
De EG-verklaring van conformiteit is bijgevoegd als
Bijlage A bij deze gebruiksaanwijzing.
VEILIGHEIDSWAAR-
SCHUWINGEN
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING:
Lees alle veiligheids-
waarschuwingen, aanwijzingen, afbeeldingen en
technische gegevens behorend bij dit elektrische
gereedschap aandachtig door.
Als u niet alle onder-
staande aanwijzingen naleeft, kan dat resulteren in
brand, elektrische schokken en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
De term "elektrisch gereedschap" in de veiligheidsvoor
-
schriften duidt op gereedschappen die op stroom van
het lichtnet werken (met snoer) of gereedschappen met
een accu (snoerloos).
Veiligheidsinstructies voor
tafelcirkelzagen
Waarschuwingen betreffende de beschermkappen
1.
Houd de beschermkappen op hun plaats. De
beschermkappen moeten in werkende staat
zijn en goed gemonteerd zijn.
Een beschermkap
die los zit, beschadigd is of niet goed werkt, moet
worden gerepareerd of vervangen.
2.
Verzeker u ervan dat het zaagblad de
beschermkap, het spouwmes of het werkstuk
niet raakt voordat u de schakelaar inschakelt.
Als het zaagblad deze onderdelen onbedoeld
aanraakt, kan een gevaarlijke situatie ontstaan.
3.
Stel het spouwmes af zoals beschreven in
deze gebruiksaanwijzing.
Door een onjuiste
afstand, positie of uitlijning, zal het spouwmes de
kans op terugslag niet effectief kunnen verlagen.
4.
Voor een goede werking van het spouwmes
en de antiterugslagsteunen, moeten deze het
werkstuk raken.
Het spouwmes en de antiterug-
slagsteunen zijn niet effectief bij het zagen van
werkstukken die te kort zijn om het spouwmes en
de antiterugslagsteunen te raken. In dat geval kan
een terugslag niet worden voorkomen door het
spouwmes en de antiterugslagsteunen.
5.
Gebruik het geschikte zaagblad voor het
spouwmes dat wordt gebruikt.
Om het spouw-
mes goed te laten werken, moet de diameter van
het zaagblad overeenkomen met het geschikte
spouwmes, en moet het zaagblad dunner zijn dan
de dikte van het spouwmes, maar moet de zaag
-
snede van het zaagblad breder zijn dan de dikte
van het spouwmes.
Waarschuwingen betreffende de werkwijzen bij het zagen
1.
GEVAAR: Breng uw handen of vingers
nooit in de buurt van of in de zaaglijn van het
zaagblad.
Een moment van onoplettendheid of
per ongeluk verschuiven kan uw hand in de rich
-
ting van het zaagblad doen bewegen en leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
2.
Voer het werkstuk in het zaagblad, maar alleen
tegen de draairichting in.
Als het werkstuk wordt
ingevoerd in dezelfde richting als waarin het
zaagblad draait boven het tafelblad, kan dat ertoe
leiden dat het werkstuk en uw hand naar het zaag
-
blad toe worden getrokken.
3.
Gebruik nooit de verstekgeleider om het werk-
stuk in te voeren tijdens het langszagen, en
gebruik nooit de breedtegeleider als een leng-
teaanslag bij het afkorten met de verstekgelei-
der.
Door het werkstuk tegelijkertijd met de breed
-
tegeleider en de verstekgeleider te begeleiden,
verhoogt u de kans dat het zaagblad vastloopt en
terugslag optreedt.
4.
Oefen bij het langszagen altijd de kracht waar-
mee het werkstuk wordt ingevoerd uit tussen de
geleider en het zaagblad. Gebruik een duwstok
wanneer de afstand tussen de geleider en het
zaagblad minder dan 150 mm is, en gebruik een
duwblok wanneer deze afstand minder dan 50
mm is.
Dergelijke ‘hulpstukken’ zorgen ervoor dat uw
handen op veilige afstand van het zaagblad blijven.
5.
Gebruik uitsluitend de duwstok die door de
fabrikant is geleverd, of een duwstok die
gemaakt is overeenkomstig de instructies.
Deze duwstok zorgt voor voldoende afstand tus
-
sen uw hand en het zaagblad.
6.
Gebruik nooit een beschadigde of ingezaagde
duwstok.
Een beschadigde duwstok kan breken
waardoor uw hand in het zaagblad valt.
7.
Zaag nooit uit de ‘vrije hand’. Gebruik altijd
de breedtegeleider of de verstekgeleider om
het werkstuk te plaatsen en begeleiden.
‘Vrije
hand’ betekent dat u uw handen gebruikt om het
werkstuk te ondersteunen of begeleiden in plaats
van de breedtegeleider of verstekgeleider. Uit de
vrije hand zagen leidt tot een verkeerde uitlijning,
vastlopen en terugslag.