42 NEDERLANDS
Snelheidsregelaar
►
Fig.5:
1.
Snelheidsregelaar
De snelheid van het gereedschap kan worden ingesteld
door de snelheidsregelaar te draaien. Op stand 5 is de
snelheid het hoogst en op stand 1 het laagst.
Zie de tabel om de juiste snelheid te kiezen voor het werkstuk
dat u wilt zagen. De juiste snelheid is echter ook afhankelijk
van de soort en de dikte van het werkstuk. Over het algemeen
kunt u op een hogere snelheid een werkstuk sneller zagen,
maar gaat de levensduur van het zaagblad achteruit.
Werkstuk
Cijfer
Hout
4 - 5
Zacht staal
3 - 5
Roestvrij staal
3 - 4
Aluminium
3 - 5
Kunststof
1 - 4
KENNISGEVING:
Wanneer u de snelheidsre-
gelaar wilt verdraaien van “5” naar “1”, draait u
de regelaar linksom. Draai de regelaar niet met
kracht rechtsom.
Elektronische aansturing
Het gereedschap is uitgerust met elektronische aanstu-
ring voor een gemakkelijke bediening.
•
Zachte start
De zachte-startfunctie minimaliseert de opstartschok
en zorgt ervoor dat het gereedschap soepel opstart.
•
Zacht onbelast draaien
Om de trillingen te verminderen en het decou-
peerzaagblad gemakkelijk uit te lijnen met de
zaaglijn, verlaagt het gereedschap automatisch de
draaisnelheid tot het gereedschap in het werkstuk
begint te zagen wanneer de snelheidsregelaar op
stand 2 of hoger staat. Zodra het gereedschap in
het werkstuk begint te zagen, wordt de snelheid
van het gereedschap verhoogd naar de ingestelde
snelheid en wordt deze snelheid gehandhaafd
totdat het gereedschap wordt uitgeschakeld.
OPMERKING:
Als de temperatuur laag is, is deze
functie mogelijk niet beschikbaar.
De functie zacht onbelast draaien
uitschakelen
Om de functie zacht onbelast draaien uit te schakelen,
volgt u de onderstaande stappen.
1.
Verzeker u ervan dat het gereedschap is
uitgeschakeld.
2.
Zet de snelheidsregelaar op stand “1”.
3.
Druk op de vergrendel-/ontgrendelknop om het
gereedschap in te schakelen.
4.
Zet de snelheidsregelaar op stand “5” door hem te
draaien, en zet hem daarna weer op stand “1” door hem
terug te draaien.
De lamp knippert twee keer om aan te geven dat de
functie zacht onbelast draaien is uitgeschakeld. Om
deze functie weer in te schakelen, voert u dezelfde
procedure opnieuw uit.
OPMERKING:
Als de functie zacht onbelast draaien
is uitgeschakeld, knippert de lamp twee keer wanneer
het gereedschap wordt ingeschakeld.
OPMERKING:
U kunt de functie zacht onbelast
draaien ook uitschakelen of inschakelen door de snel-
heidsregelaar van stand “5” naar stand “1” te draaien,
en daarna van stand “1” naar stand “5” te draaien.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
Het decoupeerzaagblad aanbrengen
en verwijderen
LET OP:
Verwijder altijd eerst alle houtsnip-
pers en vreemde stoffen die aan het decoupeer-
zaagblad en/of de zaagbladhouder kleven.
Als u
dat niet doet is het mogelijk dat het zaagblad onvol
-
doende wordt vastgeklemd, wat kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
LET OP:
Raak de decoupeerzaagblad of het
werkstuk niet onmiddellijk na gebruik aan.
Deze
kunnen bijzonder heet zijn en brandwonden op uw
huid veroorzaken.
LET OP:
Zet het decoupeerzaagblad altijd
goed vast.
Als het zaagblad onvoldoende goed is
vastgezet, kan het breken en ernstig persoonlijk letsel
ontstaan.
LET OP:
Gebruik uitsluitend type B decou-
peerzaagbladen.
Als u een ander zaagblad dan type
B gebruikt, wordt het zaagblad onvoldoende goed
vastgezet, waardoor ernstig persoonlijk letsel kan
worden veroorzaakt.
LET OP:
Wees voorzichtig bij het verwijderen
van het decoupeerzaagblad dat u uw vingers niet
bezeert aan de punt van het zaagblad of de uitein-
den van het werkstuk.
Alvorens het decoupeerzaagblad te monteren, zorgt u
ervoor dat de zaagbladklemhendel in de ontgrendelde
stand staat.
Om het decoupeerzaagblad aan te brengen, steekt u
het zaagblad (met de tanden naar voren gericht) in de
zaagbladhouder. De hendel beweegt naar de vergren
-
delde stand en het zaagblad is vergrendeld. Zorg ervoor
dat de achterrand van het zaagblad in de rol past. Trek
zacht aan het zaagblad om er zeker van te zijn dat het
zaagblad er niet uitvalt tijdens gebruik.
►
Fig.6:
1.
Decoupeerzaagbladhouder
2.
Ontgrendelde stand
3.
Vergrendelde stand
►
Fig.7:
1.
Decoupeerzaagbladhouder
2.
Decoupeerzaagblad
Summary of Contents for 1947795
Page 2: ...1 2 3 Fig 1 1 2 Fig 2 1 Fig 3 1 2 Fig 4 1 Fig 5 1 2 3 Fig 6 1 2 Fig 7 1 2 Fig 8 2 ...
Page 3: ...1 2 Fig 9 1 2 Fig 10 Fig 11 1 2 3 Fig 12 1 2 Fig 13 1 2 3 Fig 14 Fig 15 Fig 16 3 ...
Page 4: ...Fig 17 1 Fig 18 1 Fig 19 1 Fig 20 1 2 Fig 21 4 ...
Page 5: ...Fig 22 1 Fig 23 1 2 3 4 Fig 24 1 Fig 25 1 2 3 4 Fig 26 1 2 Fig 27 1 2 Fig 28 2 1 Fig 29 5 ...
Page 6: ...1 2 3 Fig 30 6 ...