102 NEDERLANDS
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat de
grondplaat vlak is.
Als de grondplaat niet vlak is, kan
deze tijdens het zagen gaan bewegen, wat kan leiden
tot terugslag en ernstig persoonlijk letsel.
OPMERKING:
De maximale zaagdikte wordt ver-
minderd met dezelfde afstand als de dikte van de
grondplaat.
4.
Plaats de grondplaat op het gereedschap zodat
het even ver uitsteekt over beide zijkanten van het
voetstuk van het gereedschap.
Bevestig de grondplaat op het gereedschap met behulp
van vier houtschroeven van 6 mm door de vier gaten in
de onderste geleiders.
►
Fig.56:
1.
Schroeven (twee aan elke kant)
2.
Onderste geleider
3.
Voetstuk
4.
Grondplaat
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat de
grondplaat vlak ligt op de zool van het gereed-
schap en bevestig hem stevig aan de onderste
geleiders met gebruikmaking van de vier schroef-
gaten.
Als u de grondplaat niet stevig bevestigt, kan
deze tijdens het zagen gaan bewegen, wat kan leiden
tot terugslag en ernstig persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat het
gereedschap stevig is bevestigd op een stabiele
en vlakke ondergrond.
Als het gereedschap niet
goed wordt bevestigd, kan het gereedschap instabiel
worden, waardoor u de controle over het gereed-
schap kunt verliezen, en/of vallen, wat kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
5.
Monteer de bovenste geleiders op het
gereedschap.
WAARSCHUWING:
Gebruik het gereedschap
niet zonder dat de bovenste geleiders zijn aan-
gebracht.
De bovenste geleiders bieden voldoende
steun, vereist voor het zagen van het werkstuk.
Als het werkstuk niet voldoende wordt gesteund, kan
het tijdens het zagen gaan bewegen, waardoor u de
controle over het gereedschap kunt verliezen, wat
kan leiden tot terugslag en ernstig persoonlijk letsel.
6.
Plaats het werkstuk dat u wilt zagen op de grond-
plaat die aan het gereedschap is bevestigd.
7.
Klem het werkstuk stevig tegen de bovenste gelei-
ders met behulp van een spanschroef voordat u begint
te zagen.
►
Fig.57:
1.
Bovenste geleider
2.
Verticale span-
schroef
3.
Werkstuk
4.
Grondplaat
8.
Zaag het werkstuk langzaam door volgens de
bediening beschreven onder “Schuivend (duwend)
zagen (zagen van brede werkstukken)”.
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat het werk-
stuk wordt vastgeklemd door de spanschroef en
zaag langzaam.
Als u dat niet doet, kan het werkstuk
tijdens het zagen gaan bewegen, wat kan leiden tot
terugslag en ernstig persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING:
Wees erop bedacht dat
na meerdere zaagsneden onder verschillende ver-
stekhoeken de grondplaat verzwakt kan zijn.
Als
de grondplaat verzwakt is als gevolg van meerdere
kerfsneden die in de grondplaat zijn gemaakt, moet
de grondplaat worden vervangen. Als de verzwakte
grondplaat niet wordt vervangen, kan het werkstuk
tijdens het zagen gaan bewegen, wat kan leiden tot
terugslag en ernstig persoonlijk letsel.
Het gereedschap dragen
Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact
is getrokken en alle beweegbare delen zijn vastgezet
voordat u de verstekzaag draagt. Controleer altijd het
volgende punten:
•
De stekker van het gereedschap moet uit het
stopcontact getrokken zijn.
•
De slede moet ingesteld en vastgezet zijn op een
schuine hoek van 0°.
•
De slede moet omlaag gebracht en vergrendeld
zijn.
•
De slede moet helemaal naar de geleider gescho
-
ven en vergrendeld zijn.
•
Het draaibare voetstuk moet in de stand voor
maximale rechter verstekhoek staan en vergren-
deld zijn.
•
De steunstangen moeten ingeschoven en vastge
-
zet zijn.
Draag het gereedschap door beide zijkanten van de
voetstuk van het gereedschap vast te houden, zoals
aangegeven in de afbeelding.
►
Fig.58
WAARSCHUWING:
De aanslagpen voor
het omhoog brengen van de slede wordt alleen
gebruikt voor het dragen en opbergen van het
gereedschap en niet tijdens het zagen.
Het gebruik
van de aanslagpen tijdens het zagen kan leiden tot
onverwachte bewegingen van het zaagblad, wat kan
leiden tot een terugslag en ernstig persoonlijk letsel.
LET OP:
Zet alle bewegende onderdelen vast
alvorens het gereedschap te dragen.
Als tijdens het
dragen onderdelen van het gereedschap bewegen of
verschuiven, kunt u uw balans of de controle over het
gereedschap verliezen, wat kan leiden tot persoonlijk
letsel.
Summary of Contents for 122088
Page 2: ...Fig 1 10 11 12 14 15 3 2 4 5 8 7 9 13 6 1 16 17 18 19 20 21 Fig 2 2 ...
Page 3: ...7 8 5 6 1 2 3 4 9 10 11 15 13 12 14 Fig 3 1 2 Fig 4 1 3 2 4 Fig 5 3 ...
Page 4: ...1 3 2 Fig 6 1 Fig 7 1 Fig 8 3 1 2 Fig 9 1 Fig 10 1 2 3 4 6 5 Fig 11 4 ...
Page 5: ...1 Fig 12 1 Fig 13 1 3 2 Fig 14 1 2 Fig 15 1 3 2 4 Fig 16 1 Fig 17 5 ...
Page 6: ...1 Fig 18 1 2 Fig 19 1 Fig 20 1 Fig 21 1 Fig 22 3 2 1 Fig 23 1 2 3 Fig 24 6 ...
Page 7: ...1 Fig 25 1 Fig 26 A B Fig 27 1 Fig 28 3 1 2 Fig 29 7 ...
Page 8: ...3 1 2 Fig 30 2 3 1 4 5 Fig 31 1 2 Fig 32 1 2 3 4 5 6 Fig 33 3 1 2 Fig 34 8 ...
Page 9: ...1 2 Fig 35 1 Fig 36 1 2 Fig 37 1 2 4 3 2 1 3 4 Fig 38 2 3 1 Fig 39 1 2 3 4 Fig 40 9 ...
Page 10: ...1 2 3 Fig 41 2 1 Fig 42 1 Fig 43 1 Fig 44 Fig 45 10 ...
Page 11: ...1 2 3 Fig 46 1 2 3 Fig 47 2 3 1 4 Fig 48 1 2 3 4 Fig 49 1 4 2 3 Fig 50 2 1 Fig 51 11 ...
Page 13: ...1 Fig 60 2 1 Fig 61 1 2 3 Fig 62 Fig 63 1 2 Fig 64 13 ...
Page 14: ...4 5 1 3 2 Fig 65 1 4 2 3 5 Fig 66 1 2 Fig 67 1 Fig 68 1 Fig 69 14 ...