34 NEDERLANDS
16. Lees deze gebruiksaanwijzing en de gebruiksaan
-
wijzing van de lader vóór gebruik aandachtig door.
17. Stop onmiddellijk met gebruik indien u iets abnor
-
maals opmerkt.
18. Als u het apparaat laat vallen of ergens tegen-
aan stoot, controleert u zorgvuldig op barsten of
beschadigingen voordat u hem weer gebruikt.
19. Houd het apparaat uit de buurt van fornuizen en
verwarmingsbronnen.
20. Gebruik niet wanneer enig onderdeel afgebro-
ken, verbogen, gebarsten of beschadigd is. Elk
apparaat dat op enigerlei wijze beschadigd lijkt of
abnormaal werkt, moet onmiddellijk buiten bedrijf
gesteld worden. Inspecteer vóór ieder gebruik.
21. Laat het apparaat niet onder stroom en onbeheerd
achter.
22. Misbruik de netspanningsadapter niet. Gebruik
het snoer van de adapter nooit om het apparaat te
dragen of om de stekker ermee uit het stopcontact
te trekken. Houd de netspanningsadapter uit de
buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewe-
gende delen. Vervang een beschadigde adapter
onmiddellijk. Een beschadigde adapter kan de
kans op een elektrische schok vergroten.
Gebruik en verzorging van gereedschap dat op een
accu werkt
1.
Laad alleen op met de acculader aanbevolen
door de fabrikant.
Een acculader die geschikt
is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar
opleveren indien gebruikt met een ander type
accu.
2.
Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend
met de daarvoor bestemde accu.
Gebruik van
andere accu’s kan gevaar voor letsel of brandge-
vaar opleveren.
3.
Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze
uit de buurt van metalen voorwerpen, zoals
paperclips, muntgeld, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwer-
pen die een kortsluiting kunnen veroorzaken
tussen de accupolen.
Kortsluiting tussen de
accupolen kan leiden tot brandwonden of brand.
4.
Onder zware gebruiksomstandigheden kan
vloeistof uit de accu komen. Voorkom aanra-
king! Als u er per ongeluk mee in aanraking
komt, spoelt u het er met water af. Als de vloei-
stof in uw ogen komt, raadpleegt u tevens een
arts.
Vloeistof uit de accu kan irritatie en brand-
wonden veroorzaken.
5.
Gebruik geen accu of gereedschap dat
beschadigd of gewijzigd is.
Beschadigde of
gewijzigde accu’s kunnen onvoorspelbaar gedrag
vertonen dat kan leiden tot brand, explosie of
gevaar van letsel.
6.
Stel een accu of gereedschap niet bloot
aan vuur of buitensporige temperaturen.
Blootstelling aan vuur of temperaturen hoger dan
130 °C kunnen een explosie veroorzaken.
7.
Volg alle oplaadinstructies en laad de accu
of het gereedschap niet op buiten het tem-
peratuurbereik opgegeven in de instructies.
Verkeerd opladen of bij een temperatuur buiten
het opgegeven bereik kan de accu beschadigen
en de kans op brand vergroten.
GEBRUIK EN VERZORGING VAN DE
ACCUVENTILATOR
1. Gebruik de juiste accuventilator voor uw toepas
-
sing. Gebruik de ventilator niet voor een doel
waarvoor het niet ontworpen is.
2.
Het apparaat kan werken op een lithiumionaccu
van Makita die is opgegeven in het hoofdstuk
“TECHNISCHE GEGEVENS” in deze gebruiks
-
aanwijzing of een netspanningsadapter. Het
gebruik van een andere accu kan brandgevaar
opleveren. Laad de accu’s uitsluitend op met
behulp van de opgegeven lader. Een lader die
geschikt is voor een bepaald type accu, kan
brandgevaar opleveren indien gebruikt met een
ander type accu.
3.
Bewaar een apparaat dat niet wordt gebruikt
buiten het bereik van kinderen of andere niet-op-
geleide personen.
4.
Koppel de accu en de netspanningsadapter los
van de voedingsbron voordat u het apparaat
opbergt of enige inspectie-, onderhouds- of
reinigingsprocedure uitvoert. Dergelijke preven
-
tieve veiligheidsmaatregelen kunnen de kans
verkleinen dat het apparaat per ongeluk wordt
ingeschakeld.
5.
Wanneer de accu niet in gebruik is, houdt u hem
uit de buurt van andere metalen voorwerpen. Als
de accucontacten kortgesloten worden, kan dat
vonken, brandwonden of brand veroorzaken.
6.
Trek de stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat afkoelen voordat u inspectie-, onder-
houds- of reinigingsprocedures uitvoert of het
apparaat opbergt.
7.
Voorkom dat bekendheid met apparaten u onvoor-
zichtig maakt. Denk eraan dat een ondoordacht-
zame fractie van een seconde voldoende is om
ernstig letsel te veroorzaken.
8. Plaats het apparaat altijd op een horizontale en
stabiele ondergrond. Als het apparaat valt, kan
het persoonlijk letsel of schade aan het apparaat
veroorzaken.
9.
Gebruik geen accu’s, hulpstukken of accessoires
die niet zijn aanbevolen door de fabrikant van dit
apparaat. Het gebruik van accu’s, hulpstukken of
accessoires die niet zijn aanbevolen, kan leiden
tot ernstig persoonlijk letsel.
10. Houd haar en losse kledingstukken, zoals een
sjaal, uit de buurt van de ventilator. Dit kan worden
gegrepen door de ventilator en leiden tot persoon-
lijk letsel.
11. Controleer of de schakelaar in de uit-stand staat
voordat u het apparaat oppakt of draagt. Het
apparaat dragen met uw vinger op de schakelaar
is vragen om een ongeluk.
12. Probeer niet het apparaat of de accu te wijzigen
of te repareren, behalve zoals aangegeven in de
instructies voor gebruik en verzorging.