39 NEDERLANDS
23.
Gebruik geen ontvlambare sproeier in de buurt van
het apparaat.
Anders kan het brand veroorzaken.
24.
Raak tijdens het gebruik de inhoud van het
apparaat, vooral die van metaal, niet met natte
handen aan.
Dit kan bevriezing veroorzaken.
25.
Pak de stekker niet met en natte of vette hand
vast.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
26.
Stop geen medicijnen of academisch materiaal in
het apparaat.
Dit apparaat kan de materialen die een
strikte temperatuurcontrole vereisen niet opslaan.
27.
Gebruik dit product niet als een opstap of stoel.
Dit kan vallen en verwondingen veroorzaken.
28.
Laat dit apparaat niet op hete plaatsen staan, zoals
in een auto onder de zon.
Dit kan brand veroorzaken.
29.
Laat kleine kinderen en huisdieren niet met dit
apparaat spelen. Houd het apparaat tijdens het
opslaan buiten bereik van kinderen.
30.
Vul het apparaat niet te vol met eten en drinken.
De koelprestaties kunnen worden verminderd,
waardoor voedsel en drank gaan bederven.
31.
Zorg ervoor dat de batterij niet leeg raakt
terwijl u het eten en drinken koel of warm
houdt. Bewaar geopende levensmiddelen niet
te lang.
Eten en drinken kunnen bederven.
32.
Gebruik niet in de buurt van
verwarmingsmaterialen of gasapparaten.
Het
koelvermogen kan verminderd worden, of een
gaslek kan brand veroorzaken.
33.
Gebruik geen mes of schroevendraaier om ijs of vorst
uit het apparaat te verwijderen.
Dit kan de binnenkant van
het apparaat beschadigen en een storing veroorzaken, of
het ingesloten gas of de olie kan gaan spuiten.
34.
Gebruik de DC-uitgang (DC) van de
motorgenerator niet als stroomvoorziening.
Dit
kan een storing veroorzaken.
35.
Zet geen water rechtstreeks in het apparaat. Er
kan water in het apparaat komen en een storing
veroorzaken. Als er zich water in de kamer heeft
opgehoopt, veeg het dan af met een zachte doek.
36.
Pas op dat u uw vinger niet afknelt bij het
sluiten en openen van de bovenste afdekking.
37.
Zet geen dingen die gemakkelijk bederfelijk
zijn bij het gebruik van de verwarmingsmodus.
Eten en drinken kunnen bederven.
38.
Raak bij het gebruik van de
verwarmingsmodus de binnenkant van het
apparaat niet te lang met de hand aan.
Risico
op brandwonden bij lage temperatuur.
39.
Gebruik dit apparaat niet in het koelvoertuig
of de koelruimte.
Dauwcondensatie treedt
gemakkelijk op in het koelvoertuig en de
koelruimte, waardoor waterdruppels op het
apparaat vallen en er storingen ontstaan.
40.
Plaats geen wezens zoals huisdieren in het
apparaat.
Dit apparaat kan geen wezens redden.
41.
Doe geen koelmiddel in een kapotte zak. Als
het koelmiddel in het apparaat lekt, kan het
metalen deel van het apparaat gecorrodeerd
raken. Als het koelmiddel lekt, veeg het dan
af met een vochtige zachte doek en veeg het
vervolgens droog met een zachte doek.
42.
Bevestig de schouderband stevig, zodat deze niet
door het gewicht van het apparaat kan wegzakken.
Anders kan het apparaat vallen en letsel veroorzaken.
43.
Als u eten en drinken in het apparaat zet, zet dan
van tevoren een iets koud of warms erin.
Dit appa-
raat kan niet in korte tijd afkoelen of verwarmen.
44.
Wanneer u het apparaat in een auto gebruikt, zorg er
dan voor dat u het apparaat op een stabiele plaats
installeert, zoals de bagageruimte of de voeten van
de achterbank, en zet het vast. Plaats het apparaat
niet in een onstabiele toestand op de stoel.
Als de auto
tijdens het rijden plotseling start of stopt, kan het apparaat
omvallen en bewegen, wat letsel kan veroorzaken.
45.
Houd het apparaat stevig vast tijdens het
dragen.
Anders kan het apparaat vallen en een
storing veroorzaken, of kan het op uw voeten
vallen en letsel veroorzaken.
46.
Verwijdering van het apparaat.
Deze markering geeft aan dat dit product
in de EU niet mag worden weggegooid
met ander huishoudelijk afval. Recycle het
apparaat op een verantwoordelijke manier,
om het duurzame hergebruik van materiële
bronnen te promoten en mogelijke schade
aan het milieu of de volksgezondheid door
ongecontroleerd weggooien te voorkomen.
Het isolatieblaasgas is brandbaar. Breng
het apparaat alleen naar een erkend
afvalverwerkingscentrum als u het afvoert.
Het product niet blootstellen aan open vuur.
Veiligheidswaarschuwingen voor op
batterijen werkende apparaten
Gebruik en onderhoud van het
apparaat op batterijen
1.
Zorg ervoor dat het apparaat niet onbedoeld
kan worden ingeschakeld. Controleer dat de
schakelaar in de uit-stand staat, voordat u
de batterij aansluit, of het apparaat oppakt of
draagt.
Het apparaat dragen met uw vinger op de
schakelaar of de batterij plaatsen in en apparaat
dat is ingeschakeld, leidt tot ongelukken.
2.
Koppel de batterij los van het apparaat voordat
u wijzigingen aanbrengt, accessoires wisselt
of het apparaat opbergt.
Dergelijke preventieve
veiligheidsmaatregelen beperken het risico dat het
apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld.
3.
Laad alleen op met de lader die door de fabrikant
wordt gespecificeerd.
Een lader die geschikt is voor
het ene type batterij kan een brandgevaar opleveren
bij gebruik met een andere batterij.
4.
Gebruik apparaten uitsluitend met de speciaal
aangeduide batterijen.
Gebruik van andere batterijen
kan een risico op letsel en brand opleveren.
5.
Bewaar een batterij, wanneer u deze niet gebruikt, op
enige afstand van andere metalen voorwerpen zoals
paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die een verbinding
van de ene pool met de andere tot stand kunnen
brengen.
Wanneer kortsluiting ontstaat tussen de polen
van de batterij kan dat brandwonden of brand veroorzaken.