17
Werking van de trekschakelaar (Fig. 1)
LET OP:
• Alvorens u het gereedschap op een stopcontact
aansluit, moet u altijd controleren of de trekschakelaar
naar behoren functioneert en bij loslaten naar de “OFF”
stand terugkeert.
Om het gereedschap te starten, drukt u gewoon de trek-
schakelaar in. Oefen meer druk uit op de trekschakelaar
om het toerental te vermeerderen. Om te stoppen, laat u
de trekschakelaar los.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 2)
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de
omkeerschakelaar in vanaf zijde A voor rechtse
draairichting, of vanaf zijde B voor linkse draairichting.
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Indien u de draairichting verandert terwijl de as
nog draait, kan het gereedschap beschadigd raken.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
netsnoer uit het stopcontact is verwijderd voordat u
enig werk aan het gereedschap uitvoert.
Keuze van de juiste sok
Gebruik altijd een sok van de juiste maat voor het
vastdraaien van bouten en moeren. Het gebruik van een
sok van de verkeerde maat zal een onnauwkeurig of
onregelmatig aantrekkoppel en/of beschadiging van de
bout of moer tot gevolg hebben.
Installeren of verwijderen van de sok (Fig. 3 en 4)
1.
Voor een sok zonder O-ring en pen
Installeer de sok door deze op het draaistuk van het
gereedschap te duwen totdat de sok op zijn plaats
vastklikt.
Om de sok te verwijderen, trekt u deze gewoon eraf.
2.
Voor een sok met O-ring en pen
Verwijder de O-ring uit de groef in de sok en
verwijder de pen uit de sok. Schuif de sok over het
draaistuk van het gereedschap zodat het gat in de
sok op één lijn komt met het gat in het draaistuk.
Steek de pen door het gat in de sok en in het
draaistuk. Breng de O-ring weer op zijn
oorspronkelijke plaats in de groef aan, zodat de pen
op zijn plaats wordt gehouden. Om de sok te
verwijderen, voert u deze procedure in omgekeerde
volgorde uit.
Aanbrengen en verwijderen van de haak (Fig. 5)
Deze haak is handig voor het tijdelijk ophangen van het
gereedschap. U kunt deze verwijderen zonder dat er
speciaal gereedschap voor nodig is. U kunt deze
bevestigen aan beide kanten van het gereedschap.
Schuif het bovenste deel van de ophanghaak uiteen en
verwijder de haak. Om de haak te bevestigen, verricht u
de losmaakprocedure in omgekeerde volgorde.
BEDIENING
Vasthouden van het gereedschap (Fig. 6)
Houd het gereedschap tijdens het gebruik alleen bij de
handgreep vast. Raak het metalen deel niet aan.
Het juiste aantrekkoppel hangt af van de soort of grootte
van de bout, het materiaal van het te bevestigen
werkstuk, enz. De verhouding tussen aantrekkoppel en
vastdraaitijd wordt aangegeven in
Fig. 7 en Fig. 8
.
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de sok over
de bout of moer. Schakel het gereedschap in en draai
vast gedurende de juiste aantrektijd.
OPMERKING:
• Wanneer u een M8-formaat of kleiner type schroef
vastdraait, moet u de druk op de trekschakelaar
voorzichtig aanpassen zodat de schroef niet wordt
beschadigd.
• Houd het gereedschap recht op de bout of moer,
zonder al te veel druk op het gereedschap uit te
oefenen.
• Een te groot aantrekkoppel kan de bout/moer of sok
beschadigen. Alvorens het eigenlijke werk te doen,
moet u daarom altijd een proef doen met een gelijke
bout of moer om de juiste aantrektijd voor uw bout of
moer te bepalen. Voer in elk geval een aandraaiproef
uit voor kleinere bouten dan M8, om beschadiging van
de sok of bout, enz. te voorkomen.
Het juiste aantrekkoppel hangt af van een groot aantal
factoren, waaronder de volgende. Controleer na het
vastdraaien altijd het aantrekkoppel met een
momentsleutel.
1.
Spanning
• Wanneer de stroomspanning daalt zal het
aantrekkoppel ook geringer worden.
2.
Sok
• Gebruik van een sok die niet met bout of moer
overeenkomt zal resulteren in een te laag
aantrekkoppel.
• Een versleten of vervormde (zeskante of
vierkante) sok zal niet goed passen, wat resulteert
in een lager aantrekkoppel.
3.
Bout
• Ook als de koppelverhouding en het type bout
overeenkomen, kan door verschil in diameter van
de bouten het juiste aantrekkoppel per bout toch
afwijken.
• Ook al zijn de diameters van twee bouten
hetzelfde, dan nog kunnen er verschillen in het
juiste aantrekkoppel tussen de twee bouten
optreden, door verschillen in de koppelverhouding,
klasse en lengte van de bouten.
4.
Het aantrekkoppel is iets lager wanneer een
kogelgewrichtverbinding of verlengstaaf wordt
gebruikt. U kunt dit verlies aan aantrekkoppel
compenseren door de aantrektijd te verlengen.
5.
Het materiaal van de vast te draaien bout of moer,
de manier van vasthouden van het gereedschap en
het toerental hebben invloed op het aantrekkoppel.
6.
Werken met het gereedschap op een laag toerental
zal resulteren in een te gering aantrekkoppel.