22
Versnellingen
Afhankelijk van het type, bestaat een dérailleursysteem
uit voor-en achterdérailleurs, de wisselhendels en de
dérailleurcontrolekabels. Deze moeten allemaal goed
functioneren om vloeiend te kunnen schakelen. Er
zijn verschillende types dérailleurssystemen, maar zij
functioneren allemaal met gelijkaardige principes.
Uw nieuwe fiets is voorzien van een “Index”systeem (bv.
SIS) dewelke elke verschillende versnellingspositie aan
een positief klikmechanisme in de versnellingsbak en
maakt schakelen zeer eenvoudig en accuraat.
Dit fietsschakelsysteem heeft het volgende :
• rechtse versnellingshendel
• een achterdérailleur
• achterkettingringen
• een ketting
Een fietsschakelsysteem werkt als volgt :
1. De bestuurder verplaatst de versnellingshendel
naar een indexpositie.
2. Een klikgeluid wordt gehoord wanneer de versnel-
lingscontrole in een positie beweegt waar het aan-
geeft dat de koppel compleet is.
3. De versnellingscontrole trekt een kabeldraad die
vastgemaakt is aan de achterdérailleur.
4. De achterdérailleur beweegt en begeleid de ketting
van het ene tandwiel naar het andere.
De beweging die de ketting van de ene kettingring
naar een andere leidt, noemt koppelen of schakelen.
In principe is terugschakelen, schakelen naar een
lagere of tragere versnelling (makkelijker trappen),
terwijl opschakelen, schakelen betekent naar een
hogere of snellere versnelling (zwaarder trappen).
Om dit makkelijker te onhouden, kunt U in gedachten
houden dat schakelen naar de middellijn van de fiets
voor versnellen of klimmen is en terugschakelen
genoemd wordt. De ketting wegbewegen van de
middellijn is voor snelheid en noemt opschakelen.
NOTA
: Er bestaat geen “juiste”uitrusting om te fietsen.
De juiste uitrusting is diegene die voor U comfortabel
is.
Hoe een derailleur functioneert