Lutron Electronics seeTouch SO Series, Installation Manual, Page: 54 / 64

9. W Wa an nd ds stta attiio on n a aa an ns sllu uiitte en n o op p d de e a aa an nw we ezziig gh he eiid ds ss se en ns so orr
((o op pttiio on ne ee ell)).. Sommige seeTouch - wandstation-
modellen kunnen voeding aanleveren aan een
24 V
-aanwezigheidssensor en daarvan
een stuursignaal ontvangen. Sluit de drie draden
van de aanwezigheidssensor aan op de connector
voor de sensor/contactsluitingang zoals afgebeeld.
B Be ed drra ad diin ng g a aa an nw we ezziig gh he eiid ds ss se en ns so orr
O Op pm me errk kiin ng ge en n b biijj a aa an nw we ezziig gh he eiid ds ss se en ns so orrs s::
• Wanneer u aanwezigheidssensoren gebruikt van een
ander merk dan Lutron, dient u de compatibiliteit van
het uitgangssignaal van de aanwezigheidssensor te
controleren. het uitgangssignaal van de aanwezigheids-
sensor kan een droog-contactsluituitgang of een half-
geleideruitgang zijn. Wanneer de uitgang een droog-
contactsluiting is, moet het contact 20 V
bij
0,5 mA kunnen schakelen. Als de uitgang een half-
geleider is, moet het een open collector zijn in een
active-high of active-low configuratie. De halfgeleider-
uitgang moet lager zijn dan 6 V
bij laag en hoger
dan 18 V bij hoog. De halfgeleideruitgang moet
een doorlaat-verzadigingsspanning van minder dan
± 60 uA hebben. Om door het bedieningspaneel her-
kend te worden, moet de uitgang minstens 40 msec
geopend of gesloten blijven. Als u niet zeker weet of
de contactsluiting voldoet aan deze specificaties, moet
u contact opnemen met de fabrikant van het apparaat.
8. W Wa an nd ds stta attiio on n a aa an ns sllu uiitte en n o op p d de e e exxtte errn ne e c co on ntta ac ctt--
s sllu uiittiin ng ga an ng ge en n ((o op pttiio on ne ee ell)).. Wanneer er één contact-
sluitingang wordt gebruikt, sluit u de ingang aan op
klem A van de sensor/contactsluitingangsconnector
op het wandstation. Wanneer u twee contact-
sluitingangen gebruikt, sluit u de ingangen aan
op klem A en B. Sluit de gemeenschappelijke
zijde van de contactsluitingang aan op klem C.
B Be ed drra ad diin ng g c co on ntta ac ctts sllu uiittiin ng ga an ng g
O Op pm me errk kiin ng ge en n b biijj c co on ntta ac ctts sllu uiittiin ng ga an ng ge en n::
Controleer de compatibiliteit van externe apparaten.
De ingangsluitingen zijn geschikt voor gebruik met
apparaten met droog-contactsluituitgangen of
geaarde halfgeleideruitgangen. Als de uitgang een
droog-contactsluiting is, moet het contact 10 V
bij 0,5 mA kunnen schakelen. Als de uitgang
een halfgeleider is, moet de uitgang een open
collector-configuratie zijn (NPN) met een doorlaat-
verzadigingsspanning van minder dan 2 V
bij 0,1 mA en een stroomverlies van minder dan
50 uA bij 5 V
. Om door het bedieningspaneel
herkend te worden, moeten de uitgangen minstens
40 msec geopend of gesloten blijven. Als u niet
zeker weet of de contactsluiting voldoet aan deze
specificaties, moet u contact opnemen met de
fabrikant van het apparaat.
Installatievoorschriften. Gebruikersexemplaar 6
2: 24 V
(3) #18 AWG
(1,0 mm 2 )
Aanw. sensor
1: Signaal
Ingang 2
(3) #18 AWG
(1,0 mm 2 )
Ingang 1
AC
N
099
9
AC
N
099
9
Gemeenschappelijk
3: Gemeenschappelijk