48
Sluit de plafondventilator-bedrading aan via de
snelaansluitingsplug na voltooiing van de elektrische
aansluiting bij het montagebeugel-aansluitblok.
Bedek de montagebeugel met de overkapping. Zorg
ervoor dat alle elektrische bedrading onder de
overkapping gestopt is en dat ze niet beschadigd raken
tijdens deze stap. Bevestig de overkapping aan de
hangbeugel met de bijgesloten schroeven. Fig. 10.
Gebruik van de kettingen (3), sluit de
ventilatorhanger aan (1) op de
snelheidsschakelaar (zoals in Fig 11)
en de lichthanger (2) op de
lichtschakelaar.
SNELHEID
U laat de plafondventilator via de
snelheidsketting sneller of langzamer draaien.
Om van snelheid te veranderen trekt u 4 keer
aan de snelheidsketting zodat de ventilator
begint te draaien:
Hoge snelheid --- Medium snelheid ---- Lage
snelheid - Uit
LICHT AAN/UIT
Het licht van de ventilator wordt aan- of uitgezet
door aan de lichtketting te trekken.
DE INSTALLATIE AFRONDEN
UW PLAFONDVENTILATOR GEBRUIKEN
Fig. 10
Fig. 11
Fig. 12