11
• Door op
te drukken, worden de instellingen voor de
verwarmingsperiode AAN/UIT P1 opgeslagen.
• P2 en P3 kunnen op dezelfde manier worden ingesteld.
3.2.6 Druk op
en
om de verwarmingsperioden P1-P3 in te stellen voor op
andere dagen. Doe dit op dezelfde manier zoals hierboven is uitgelegd.
3.2.7 Als alle dagen zijn ingesteld, druk dan op
of
om de instellingen voor de
Smart Verwarmingsmodus te voltooien. Het icoon
zal zichtbaar zijn in het LCD
display.
3.2.8 Druk op
om de instellingen te verlaten.
Controleren instellingen Smart Verwarmingsmodus
3.2.9 Druk op
om de dag te selecteren waarop u de automatische
verwarmingsperioden wilt controleren.
3.2.10 Druk op
om de periode te selecteren en druk op
om
de aan/uit-tijd te controleren.
3.2.11 Wanneer u alle perioden heeft gecontroleerd, druk op
om het controlescherm
te verlaten.
Opmerking:
om alle instellingen voor de Smart Verwarmingsmodus te verwijderen, houd de
Power
AAN/UIT knop op het handmatige bedieningspaneel op de haard gedurende 5 seconden ingedrukt. Er
klinken 3 lange pieptonen om aan te geven dat de instellingen zijn verwijderd (behalve de
temperatuureenheid °C of °F).
Detectie van ramen open
3.2.12 Wanneer de afstandsbediening een snelle daling van de kamertemperatuur detecteert,
wordt dit beoordeeld als een open raam. Het waarschuwingspictogram
zal
oplichten op het LCD scherm en de verwarmingsfunctie zal automatisch worden
uitgeschakeld.
3.2.13 Wanneer de temperatuur binnen weer is gestegen of na een handmatige opheffing van
de waarschuwing (via afstandsbediening), keert de verwarmingsfunctie terug naar de
normale werking.