54 NL/BE
Verwijder de batterij
9
uit het batterijvak
10
en vervang deze
door een nieuwe batterij
9
. Zorg ervoor dat u de kabel niet
beschadigt. Gebruik alleen een batterij van het aanbevolen
type (zie “Technische gegevens”). Let tijdens het plaatsen op
de juiste polariteit. Deze wordt weergegeven in het batterijvak
(zie afb. D).
Sluit het deksel van het batterijvak
8
, door de bevestigings-
schroeven
7
weer vast te draaien (zie afb. C).
Opmerking:
zorg ervoor dat u de schroeven goed vastdraait,
anders kan er water in het batterijvak komen en de batterij en
het product beschadigen.
Zet de ON- / OFF-schakelaar
1
weer op “ON”, sluit de be-
huizing van de zonnecel
4
weer aan op de lampenkap
5
n
verbind vervolgens alle onderdelen van het product met elkaar
(zie afb. E).
Gebruik in de winter
Vanwege het geringe zonlicht kan het opladen van de batterij
9
in de winter afnemen en zodoende de prestatie van het product
afnemen. Controleer daarom ook in de winter of de zonnecel
2
ondanks het weinige zonlicht de gehele dag uit de schaduw blijft.
Verwijder zo nodig ijs of sneeuw.
Als de verlichtingsduur vanwege de weersomstandigheden niet vol-
doende is, kunt u de batterij
9
met een externe oplader opladen
of deze vervangen (zie “Batterij vervangen”).
Reiniging en onderhoud
Schakel het product voor de reiniging uit.
Gebruik voor de reiniging een iets vochtige, pluisvrije doek en
een mild reinigingsmiddel.
Controleer vooral de bewegingssensor
3
en de zonnecel
2
regelmatig op verontreinigingen.