26 NL/BE
Veiligheid / Ingebruikname
Vermijd dat de lamp in contact komt met water
of andere vloeistoffen. Trek altijd de LED-driver
voor de montage, demontage, reiniging of,
wanneer u de lamp gedurende een langere
periode niet gebruikt, uit het stopcontact.
Open nooit een van de elektrische delen en
steek er geen voorwerpen in. Bij dergelijke in-
grepen bestaat levensgevaar door elektrische
schokken.
Het verlichtingsmiddel kan niet worden vervangen.
Deze lamp is niet geschikt voor dimmers en
elektronische schakelaars.
Gebruik de lamp alleen met de meegeleverde
LED-driver (model EIP021V0240PSS).
Vermijd brand- en
letselgevaar
Niet direct in de lichtbron (lamp, LED etc.) kijken.
Laat de lamp of het verpakkingsmateriaal niet
achteloos rondslingeren. Plastic folie / -zakken,
kunststof delen etc. kunnen voor kinderen een
gevaarlijk speelgoed zijn.
Dek de lamp resp. de LED-driver niet af met
voorwerpen. Een overmatige warmteontwikke-
ling kan tot brand leiden.
Laat de lamp tijdens het gebruik niet zonder
toezicht.
Zo handelt u correct
Monteer de lamp zo, zodat hij tegen vocht en
vuil beschermd is.
Wees altijd alert! Let altijd op wat u doet en ga
steeds met overleg te werk.
Monteer de lamp in geen geval, als u niet ge-
concentreerd bent of als u zich niet lekker voelt.
Ingebruikname
Lamp monteren
Opmerking:
wij adviseren de montage door 2 per-
sonen. Let tijdens de montage van de lampvoet met
het onderste eenheid van de booglamp
3
erop, dat
de stroomkabel binnenin de lamp niet beschadigd
raakt. Verwijder het verpakkingsmateriaal in zijn ge-
heel. U hebt bovendien nog een kruiskop schroe-
vendraaier nodig.
Plaats de lampvoet met de onderste eenheid
van de booglamp
3
voor u op de vloer.
Trek de aluminium kap
1
voorzichtig ca. 30 cm
naar boven uit de geleiding van de onderste
eenheid van de booglamp. Er worden 4 boor-
gaten zichtbaar.
Zet deze boorgaten nauwkeurig passen op de
montage-opname
4
voor de onderste eenheid
van de booglamp.
Opmerking:
Hierbij moet gelijktijdig de in-
terne stroomkabel
2 b
in de onderste eenheid
van de booglamp worden geschoven. Kies hier-
voor de ideale hoek tussen stroomkabel en on-
derste eenheid van de booglamp. Houd de
onderste eenheid van de booglamp verticaal
(afb. B). Het kan nuttig zijn, tijdens het inrijgen
van de stroomkabel gelijktijdig de stroomkabel
onder de stekkerverbinding vast te pakken en
voorzichtig naar boven te trekken.
Monteer de onderste eenheid van de booglamp
4
met 4 kruiskop schroeven
5
en schuif de
aluminium kap
1
terug tot aan de aanslag
(afb. C).
Trek de aluminium strip
1
tot aan de aanslag
terug en verbind de verbindingsstekker van het
onderste deel van de booglamp
2a
met de ver-
bindingsstekker van het bovenste deel van de
booglamp
8
.
Schuif de kabel met de stekkerverbinding voor-
zichtig in de onderste eenheid van de booglamp.
Steek de bovenste eenheid van de booglamp
7
met de zijdelingse geleidingen passend op de
aluminium kap
1
en gelijktijdig in de zijdelingse
geleidingen van de onderste eenheid van de
booglamp.
Verbind aan de achterkant de onderste en
bovenste eenheid van de booglamp met twee
inbusschroeven
9
(afb. D).
Verbind de LED-driver
11
met de stroomkabel-
bus van de booglamp.
Steek de LED-driver
11
in een een correct
gemonteerd stopcontact.
Ingebruikname / Onderhoud en reiniging / Afvoer / Informatie / Garantie
Summary of Contents for 3000.063.060
Page 3: ...A B C 1 1 2b 3 4 1 4 5 D 6 7 8 10 11 9 2a 2b 2a...
Page 15: ...16...
Page 34: ...35...
Page 35: ...36...