NL
Pagina 80
Pagina 81
6.2.
Verrichtingen gedurende de bediening
6.2.1.
Scheren
1. Bind het dier goed vast en stel het dier voor het scheren voldoende gerust.
2. Schakel de scheermachine al in het gezichtsfeld van het dier aan.
3. Nader u het dier van voren.
4. Let op het gedrag van het dier tijdens het scheeren.
6.2.2.
Uitwisseling van de batterij
Wanneer de batterij ontladen is, wordt de scheermachine door en veiligheidsschakelaar uitge-
schakelt.
1. Stel de schakelaar van de scheermachi-
ne in positie UIT "0"
2. Druk de snapsluiting van de batterij (2)
van beide kanten naar binnen en neem
de batterij (1) uit de scheermachine.
3. Zet de opgeladen batterij (1) in de
scheermachine (2) tot de snapsluiting
van de batterij van beide kanten grijpt.
6.2.3.
Uitwisseling van de scheerkop
1. Stel de schakelaar van de scheermachi-
ne in positie UIT "0"
2. Druk de snapsluiting van de scheerma-
chine.
3. Klap de scheerkop naar voren op met
gesloten snapsluiting.
4. Neem de scheerkop weg.
5. Maak het open scharnier open met hulp
van het reinigingskwastje.
6. Zet de gewenste scheerkop op het
mes-scharnier en klap hem met lichte
druk aan de ingeschakelte scheerma-
chine
Werk alleen met goed geslepen scheermessen, vervang botte of defecte messen
voordat tanden ontbreken. Het correcte slijpen van scheermessen is alleen mogelijk
met speciale machines en door gekwalificeerd personeel. Neem in dit geval contact
op met een bevoegd servicecenter.
6.2.4.
Smering
Een dun olielaagje op het boven- en ondermes is absoluut noodzakelijk voor een goed resultaat
