4
D
Selecteer een van de volgende mogelijkheden voor uw type internetverbinding:
•
Automatic Configuration - DHCP
(automatische configuratie DCHP):
Selecteer deze instelling als uw ISP dynamische IP-adressen verschaft
via DHCP.
•
Static IP
(vast IP-adres): Selecteer deze instelling als uw ISP u een vast
IP-adres heeft gegeven. Vul dan de velden
Internet IP Address
(IP-adres),
Subnet Mask
(Subnetmasker)
Gateway
(Gateway) en
DNS
(Domain Name System) in met de informatie die u van uw ISP heeft
gekregen. Vul ten minste één DNS-adres in.
•
PPPoE
(Point-To-Point-protocol over Ethernet): Selecteer deze instelling als uw
ISP u vraagt om PPPoE te gebruiken voor het maken van verbinding met
internet. Vul vervolgens de velden
User Name
(gebruikersnaam) en
Password
(wachtwoord) in met de informatie die uw ISP u geeft. Als u altijd
verbonden wilt zijn met uw ISP, selecteert u de optie
Keep Alive
(Continu
verbinding houden) of de optie
Connect on Demand
(Verbinden op
verzoek) als u betaalt naar rato van de tijd dat u bent verbonden met uw ISP.
•
PPTP
(Point-To-Point-Tunneling-protocol) (alleen Europa): Selecteer deze optie
als uw ISP u vraagt PPTP te gebruiken voor het maken van verbinding met
internet. Vul dan de velden
Internet IP Address
(IP-adres),
Subnet Mask
(Subnetmasker),
Gateway
(Gateway),
User Name
(Gebruikersnaam) en
Password
(Wachtwoord) in met de informatie die uw ISP u heeft gegeven. Als u
altijd verbonden wilt zijn met uw ISP, selecteert u de optie
Keep Alive
(Continu
verbinding houden) of de optie
Connect on Demand
(Verbinden op verzoek)
als u betaalt naar rato van de tijd dat u bent verbonden met uw ISP.