Hoofdstuk 1
De switch aansluiten
14
EtherFast 10/100 5/8/16-Port Workgroup Switch
NL — Hoofdstuk 1:
De switch aansluiten
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe apparaten op
de switch moeten worden aangesloten. Eerst sluit u
computers aan op de switch en daarna sluit u een router
of een extra switch op de Uplink-poort aan. (De 5-poorts
10/100-switch wordt weergegeven in de afbeeldingen bij
de aansluitinstructies.)
Instructies
Zorg ervoor dat alle apparaten die u op de switch
1.
aansluit zijn uitgeschakeld.
Sluit een Ethernetnetwerkkabel van categorie 5 aan op
2.
één van de genummerde poorten op de switch. Sluit
vervolgens het andere uiteinde aan op een computer.
Aansluiten op een computer
OPMERKING VOOR GEBRUIKERS VAN DE
5-POORTS OF 8-POORTS 10/100-SWITCH:
als u een router of een extra switch op de
Uplink-poort aansluit, kunt u de genummerde
poort naast de Uplink-poort niet gebruiken
(poort 5 op de 5-poorts switch of poort 8 op de
8-poorts switch is niet actief). De twee poorten
gebruiken dezelfde kabels en kunnen daarom
niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Herhaal stap 2 om meer computers aan te sluiten.
3.
Sluit een Ethernetnetwerkkabel van categorie 5 aan op
4.
de Uplink-poort. Sluit vervolgens het andere uiteinde
aan op een router of een extra switch.
Een router of switch aansluiten
OPMERKING VOOR GEBRUIKERS VAN DE
16-POORTS 10/100-SWITCH:
de 16-poorts
10/100-switch is voorzien van een crossoverknop
met het label MDI/MDIX. Hierdoor kan poort
16 worden gebruikt als de Uplink-poort van
de switch. De MDI/MDIX-knop moet worden
ingedrukt als u poort 16 als een Uplink-poort
wilt gebruiken. Anders functioneert poort 16
als een normale 10/100-poort.
Sluit de meegeleverde netstroomadapter aan op de
5.
voedingspoort op de switch. Steek vervolgens het
andere uiteinde in een stopcontact.
De voeding aansluiten
Schakel de apparaten in die op de switch zijn
6.
aangesloten. De bijbehorende LED’s van alle actieve
poorten op het voorpaneel van de switch gaan
branden.
Gefeliciteerd! De installatie van de switch is voltooid.
