Dagelijks onderhoud/ veiligheidscontroles
© Lift-Rite 232649-003
51
Foutopsporing
Defect
Oorzaak
Wat te doen
De pomp maakt geen vol-
ledige slag
Lucht in het hydraulisch sys-
teem
Onvoldoende hydraulische
olie
Pomp vijf slagen met geopend daal-
ventiel
Olie bijvullen tot de vuldop
De hef- en daalstand en
de vrije stand functioneren
niet goed
De ventielopening opent/sluit
niet goed
Regel de spanning van de ventielket-
ting met stelmoer
De vorken dalen na iedere
slag
Lekkage bij de ventielkegel
Vervang ventielkegel en ring
De motor werkt niet
Noodstopknop ingedrukt
Noodstopknop niet aanwezig
Batterijen volledig ontladen
Rem niet vrijgezet
Kapotte zekering
Trek de noodstopknop omhoog in de
rijstand.
Plaats de knop en zet hem in de
rijstand.
Laad de batterijen op.
Controleer of de noodstopknop als
gevolg van een botsing is ingedrukt
en controleer tevens de remschake-
laar.
Vervang de zekering (onder de
beschermkap van de batterijen: 30 A
zekering aan de zijkant; 5 A zekering
in het midden).
De batterijlader werkt niet
Kapotte zekering of onder-
broken laadkabel (aangege-
ven door een knipperende
gele indicator).
Batterijspanning minder dan
21,6 V (aangegeven door
knipperende groene en gele
indicators).
Oververhitte batterijlader
(aangegeven door beurte-
lings knipperende groene en
gele indicators).
Vervang de zekering (5 A) of de laad-
kabel.
Inspecteer de zekering en meet de
batterijspanning. Vervang de zekering
of de batterij/batterijen.
Laat de batterijlader afkoelen en pro-
beer het later opnieuw. Vervang de
batterijlader als het probleem voortdu-
urt.