38
C 3 3 1 0 G e b r u i k e r s h a n d l e i d i n g
Profielen
Menu 1
In Profielen kunt u beltonen instellen voor verschillende
gebeurtenissen, omgevingen en bellergroepen. Er zijn vijf
standaardprofielen:
Alleen trilfunctie
,
Stil
,
Normaal
,
Luid
en
Headset
. Elk profiel kunt u aan uw persoonlijke wensen
aanpassen. Druk op de linker softkey [Menu] en selecteer Profielen
met behulp van de navigatietoetsen omhoog/omlaag.
Inschakelen
Menu 1.x.1
1.
Er verschijnt een lijst met profielen.
2.
Blader in de lijst met
Profielen
naar het profiel dat u wilt
activeren en druk op de linker softkey
[Kies] of de OK-toets.
3.
Selecteer vervolgens
Inschakelen
.
Personaliseren
Menu 1.x.2
Scroll naar het gewenste profiel in de lijst Profielen. Nadat u hebt
gedrukt op de linker softkey
of de toets OK, selecteert u
Personaliseren
. Er verschijnt een lijst met profielinstellingen.
Selecteer de gewenste optie.
]
Type oproepsignaal:
type oproepsignaal voor inkomende
gesprekken instellen.
]
Beltoon:
selecteer de gewenste beltoon uit de lijst.
]
Belvolume:
volume van de beltoon instellen.
]
Type berichtsignaal:
Om het waarschuwingssignaal bij
ontvangst van een bericht in te stellen.
]
Berichttoon:
Om de toon van het waarschuwingssignaal bij
ontvangst van een bericht in te stellen.
]
Toetsentoon:
selecteer de gewenste toetsenbordtoon.
]
Toetsenvolume:
volume van de toetsenbordtonen instellen.
]
Fliptoon:
Om de gewenste fliptoon in te stellen.
]
Effectvolume:
Om het volume van het effectgeluiden in te stellen.