B VERPLAATSEN VAN DE
KNEUSROTOR
Wanneer de kneuzer in een lang gewas regelmatig verstopt
raakt, is het aan te bevelen de kneusrotor naar achteren te
plaatsen. Dit is als volgt uit te voeren:
- Ontspan en demonteer de V-snaren van de aandrijving.
- Demonteer de bouten (A, fig. B-1) waarmee de lager-
blokken van de kneusrotor aan het frame vastzitten.
- Zet de lagerblokken en daarmee de kneusrotor in de
achterste stand vast.
- Verplaats de aanslagbouten (B) van de regelklep naar het
achterste gat.
- Draai de bouten van de schuifstrippen (C) los.
- Schuif de strippen geheel naar achteren. De regelklep komt
hiermee in de achterste stand.
- Zet alle bouten en moeren goed vast.
- Monteer de langere V-snaren. Stel de snaarspanning zoda-
nig af, dat een kracht van 70 N (7 kg) op het midden van
een snaar een indrukking van 10 mm geeft (fig. B-2).
20
Bijlage B
B-1
A
B
C
B-2
10 mm
70 N
(7 kg)