62
STORINGEN
OORZAKEN
OPLOSSINGEN
De maximum druk van de
hogedrukreiniger is niet
mogelijk.
De regelklep is op een lagere
drukwaarde dan de maximum
drukwaarde ingesteld.
De druk regelknop (8) rechtsom draaien.
De vernevelaar is versleten.
De vernevelaar vervangen aan de hand van
de aanwijzingen van de paragraaf “Normaal
onderhoud”.
Onvoldoende watertoevoer
of het water wordt op een te
grote diepte aangezogen.
Controleren of het kraantje helemaal
geopend is en of het debiet van het
waterleidingnet of de pompdiepte
overeenstemmen met de gegevens van de
paragraaf "Eigenschappen en technische
gegevens".
De terugstroombeveiliger
functioneert niet naar behoren.
Raadpleeg de relatieve handleiding.
Uit de vernevelaar spuit
geen of weinig water.
Geen water.
Controleren of het kraantje geopend is of
controleren of de aanzuigleiding water kan
opzuigen.
Te grote pompdiepte.
Controleren of de pompdiepte overeenstemt
met de aanwijzingen van de paragraaf
“Eigenschappen en technische gegevens”.
Vernevelaar verstopt.
Neem de aanwijzingen in acht van de
paragraaf “Normaal onderhoud” voor het
reinigen en/of vervangen van de vernevelaar.
Onvolledige aanzuiging pomp. Neem de aanwijzingen in acht van de
paragraaf “Functionering - Voorbereidende
handelingen”.
De terugstroombeveiliger
functioneert niet naar behoren.
Raadpleeg de relatieve handleiding.
Water druppelt onder de
hogedrukreiniger (LENA).
De thermostaatklep heeft
ingegrepen.
Beperk de tijd waarin de hogedrukreiniger
in de bypass functioneert (zie tevens
d e p a ra gra a f "De func tionering
onderbreken").
Water druppelt onder de
hogedrukreiniger (LENA).
De overdrukklep grijpt in.
DE HOGEDRUKREINIGER NIET GEBRUIKEN
ALS DE OVERDRUKKLEP WEDEROM
INGRIJPT EN CONTACT OPNEMEN MET
EEN SPECIALISEERDE TECHNICUS.
De hogedrukreiniger komt
tijdens de functionering tot
stilstand.
De veiligheidsinrichting
van de installatie waar
d e h o g e d r u k r e i n i g e r
op is aangesloten heeft
i n g e g r e p e n ( z e k e r i n g ,
differentieelschakelaar, enz.).
Herstel de veiligheidsinrichting.
DE HOGEDRUKREINIGER NIET GEBRUIKEN
ALS DE VEILIGHEIDSINRICHTING
WEDEROM INGRIJPT EN CONTACT
OPNEMEN MET EEN SPECIALISEERDE
TECHNICUS.
D e t h e r m i s c h e o f
ampèrometrische beveiliging
heeft ingegrepen.
Neem de aanwijzingen in acht van de
paragraaf “Veiligheidsinrichtingen”.
D e h o g e d r u k r e i n i g e r
verricht een automatische
herstart na de Total Stop
(INDO).
Het toevoercircuit lekt en/of
druppelt.
Controleren of het toevoercircuit heel is.
De motor zoemt maar
loopt niet als aan de
hoofdschakelaar (1) wordt
gedraaid terwijl de knop (21)
(LENA) wordt ingedrukt.
De elektrische installatie
ongeschikt.
Controleren of de voorschriften voor
de aansluiting op het elektriciteitsnet
zijn nageleefd (zie de handleiding -
veiligheidsmededelingen) en raadpleeg
met name de paragraaf “Installatie”.