
55
NL
Beschrijving apparaat
(afbeeldingen zie linker uitklappagina)
1
Stamper met deksel
2
Vultrechter
3
Opening voor het voorzetstuk
4
Ontgrendelknop voorzetstuk
5
Motorblok
6
Aan/uit-schakelaar
7
Achteruit schakelaar
8
Controlelampje
9
Worst vulbuis
10 Tule
11 Kneder
12 Worst vulplaat
13 Opzet spritsen
14 Schuiver
15 Kleine gaten-schijf (Ø 3 mm)
16 Middelgrote gaten-schijf (Ø 4,5 mm)
17 Grote gaten-schijf (Ø 8 mm)
18 Klemring
19 Kruismes
20 Transportschroef
21 Voorzetstuk
22 Aandrijfrondsel
23 Gebruikshandleiding (niet afgebeeld)
Bedieningselementen
Functie
Ontgrendelknop (4)
Ontgrendelt het opzetzet voor het demonteren.
Aan/uit schakelaar (6)
In- en uitschakelen van het apparaat.
Achteruit drukknop (7)
Doet de motor in omgekeerde zin draaien.
Indien het voorzetstuk na gebruik niet meer van de be-
huizing kan worden losgemaakt, de achteruit-druktoets
2-3 seconden indrukken, om vast zittende levensmidde-
len los te maken.
Controlelampje (8)
Geeft de bedrijfstoestand van het apparaat aan.
Voorbereidingen
Naargelang het gebruiksdoel moet het
apparaat van verschillende opzetstukken
worden voorzien.
1. Monteer eerst het aandrijfdrondsel (22 )
op de transportschroef (20), zoals afge-
beeld op de linker uitklappagina.
LET OP
Het apparaat kan te heet worden, als de
klemring te vast wordt aangedraaid.
►
Draai de klemring steeds tot tegen
de aanslag en daarna een kwartslag
terug.
Bediening en gebruik
LET OP
►
Laat het apparaat tijdens langere ge-
bruiksperiodes tussendoor afkoelen,
om oververhitting te vermijden.
Gebruik als vleesmolen (afb . A)
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Steek de transportschroef (20) in het
voorzetstuk (21).
3. Steek het kruismes (19) met de snijd-
kanten naar buiten op het vierkant van
de transportschroef.
4. Steek de gewenste gatenschijf (15,
16 of 17) op de transportschroef. De
inkeping van de gatenschijf moet
daarbij over de geleidingsnok van het
voorzetstuk liggen.