73
4. Inspectie en onderhoud
4.1 Inspectie
De terugstroomafsluiter moet één maal per
maand door de exploitant of diens gemach-
tigde worden geïnspecteerd.
Hierbij moet de noodafsluiter worden gecon-
troleerd door hem meerdere malen te ope-
nen en te sluiten.
Attentie a.u.b.,
dat na beëindiging van de in-
spectie de noodafsluiter geopend moet zijn!
4.2 Onderhoud (afb. 7-9)
Attentie:
●
Geen fabrieksgarantie bij onvoldoende
onderhoud!
●
Het ontbreken van onderhoud kan de ver-
zekeringsbescherming in gevaar brengen!
De terugstroomafsluiter moet minimaal eens
per half jaar door een deskundige worden
onderhouden. Tijdens het onderhoud mag de
terugstroomafsluiter niet worden belast met
afvalwater.
a)
Noodafsluiter met hand-
hendel afsluiten.
b)
Deksel verwijderen
a)
Inschuifonderdelen eruit
trekken
b)
Alle onderdelen reinigen
c)
Pakkingen controleren
a)
pakkingen van de inschui-
fonderdelen buiten en gelei-
dingsonderdeel van de
klepsluiters met glijmiddel
(bv. armaturenvet) insmeren
b)
Inschuifonderdelen exact
plaatsen
c)
Dekselmontage 4.2.1 in acht
nemen (zie pagina 12)
d)
Zitting klephouder controleren
e)
Functiecontrole conf. 3 uitvo-
eren.
Afb. 8
Afb. 9
Glijmidel gebruiken!
Afb. 7
Klephouder (d)