46
3.2 Correcte afstelling van de scheermessen
De afstelling bij de ingebruikname voert u uit als volgt:
Vóór het scheren:
Bij uitgeschakelde machine
(afbeelding 1)
: na montage van de scheermessen, de regelschroef tot aan de eerste vo-
elbare weerstand vastdraaien. Zorg dat de conusklemmen van de drukgaffel in de gaten van het bovenmes grijpen
(afbeelding 3, pos.
2)
. Let er op dat de tandpunten van het bovenmes ong. 1,5 – 3,5 mm inspringen ten opzichte van het slijpoppervlak van het ondermes
(afbeelding 8)
. Vóór gebruik dient U de scheermessen te oliën. Neem het scheerapparaat nu in gebruik. Draai de regelschroef zo ver los tot
de scheermessen bijna geen persdruk meer hebben. Opgepast: wanneer de regelschroef te ver wordt los gedraaid, kan het bovenmes er uit
vallen. Draai de regelschroef langzaam aan
(afbeelding 3, pos 1, richting Z)
, tot u een weerstand voelt. Draai de regelschroef nu nog met
1/8 omwenteling verder aan. Begin te scheren. Wanneer de snit niet goed is, moet u de regelschroef nog een beetje bijstellen
(richting Z)
.
Het af fabriek geleverde scheerapparaat is gebruiksklaar afgesteld.
Tijdens het scheren:
Er dient te worden gezorgd dat de scheermessen niet te vast zijn aangetrokken. Tijdens het scheren moet de
regelschroef af en toe een beetje worden aangedraaid (max. 1/8 omwenteling).
3.3 Het correct smeren van de scheerkop
De meest voorkomende foutoorzaak voor een niet bevredigend scheerproces evenals oververhitting van de tondeuse, is een gebrek aan
smering. Voor een optimaal scheerproces evenals verlengde levensduur van de scheermessen en de tondeuse, is een dunne film olie op
de scheermessen onontbeerlijk. Alle andere bewegende onderdelen van de scheerkop moeten eveneens goed met olie worden gesmeerd.
Breng om de 5 – 10 minuten een druppeltje olie aan op de scheermessen en in de smeeropening van de scheerkop (afbeelding
2), zodat deze niet droog lopen.
Gebruik enkel onze speciale smeerolie voor tondeuses.
3.4 In- /Uitschakelen
De schuifschakelaar heeft twee standen
(afbeelding 1, pos. 1, toont stand 0)
Stand 1:
tondeuse in ingeschakeld
Stand 0:
tondeuse is uitgeschakeld
Controleer de stand van de schakelaar vooraleer u de stekker in het stopcontact steekt. De schakelaar moet op stand 0 staan. Gebruik
uitsluitend de schuifschakelaar, om de tondeuse aan- en uit te schakelen.
3.5 Storing-motorbeveiligingschakelaar
De motorbeveiligingschakelaar beschermt de tondeuse tegen te hoge mechanische en elektrische belasting. Wanneer de knop
(afbeelding 1, pos. 2)
van de motorbeveiligingschakelaar uitspringt (de tondeuse stopt), schakelt u de tondeuse uit met de schuifscha-
kelaar
(afbeelding 1, stand 0)
. De stekker dient onmiddellijk uit het stopcontact te worden getrokken. Oorzaken voor het uitspringen
van de motorbeveiligingschakelaar zijn: de scheermessen zijn te sterk aangespannen, defecte motor, blokkering van de scheerkop, enz.
Na een korte afkoelingsperiode kan door lichte druk op de knop – tot de motorbeveiligingsschakelaar zich weer in de oorspronkelijke
positie bevindt – het apparaat opnieuw in gebruik worden genomen.