NL
35
• Gasfles met een inhoud van 5 tot 13 kg.
• Drukregelaar met vaste instelling,
werkdruk 30 mbar.
• Flexibele rubberen slang van geschikte
lengte (max. 1,5 m) die voldoet aan de
landelijke normen, aangebracht zonder
buiging zodat hij niet aan de negatieve
gevolgen van verdraaiing wordt
blootgesteld. De rubberen slang moet
worden vervangen op de uiterste
houdbaarheidsdatum die op de slang
staat vermeld.
• Lekdetectiespray of een ander geschikt
schuimend middel (bv. zeepsop).
Werkwijze
1. Zorg ervoor dat de kranen van het
kooktoestel gesloten zijn voordat u de
aansluiting maakt.
2. Sluit de kraan naar de drukregelaar of
naar de gasfles.
3. Sluit de slang aan op de regelaar of op de
gasfles.
4. Blokkeer de twee uiteinden van de slang
met slangklemmen.
5. Controleer de afdichting na het aansluiten.
Dit doet u door met een zeepoplossing
over alle verbindingen te gaan; als er
belletjes verschijnen, zijn er waarschijnlijk
gaslekken. Sluit onmiddellijk de
gastoevoer af in geval van een lek.
LET OP!
• Gebruik geen vuur om de dichtheid te
controleren.
• Plaats de gasfles zo ver mogelijk van het
product wanneer het wordt aangestoken.
AANSTEKEN
1. Controleer of de gaskraan gesloten is.
2. Open het ventiel op de gasfles.
3. Steek een vlam aan (aansteker, lucifer) en
open de kraan van het kooktoestel.
4. Ontsteek door de vlam naast de brander
te houden. Regel de vlam zo nodig bij met
de gaskraan (6) op het gasstel.
5. Zet uit door de kraan van de gasfles te
sluiten. Sluit de gaskraan wanneer de
brandervlam is gedoofd.
6. Sluit bij een gaslek eerst het ventiel op de
gasfles.
7. Maak de gasfles na gebruik los van het
gasstel.
LET OP!
• Buig de gasslang niet en laat hem niet in
contact komen met hete oppervlakken.
• Sluit de hoofdkraan van het gas als u het
toestel langere tijd niet gebruikt.
• Als het openen of sluiten van de kraan
stroef verloopt, niet forceren. Controleer
regelmatig de staat van de rubberen
slang en vervang hem zo nodig vóór de
uiterste houdbaarheidsdatum.
• Wanneer u pannen gebruikt, mag de
vlam nooit buiten de bodem van de pan
komen. Dek de pan indien mogelijk af,
zo kunt u energie besparen.
ONDERHOUD
GASFLES VERWISSELEN
Schakel het gasstel uit en wacht tot het volledig
is afgekoeld voordat u de gasfles verwisselt.
Houd omstanders op veilige afstand. Draai
alle aansluitingen goed vast om het risico van
brandstoflekkage te voorkomen.
LET OP!
• Het plaatsen en/of verwisselen van
gasflessen moet in de open lucht gebeuren.
• Het wisselen van de gasfles moet
gebeuren op afstand van hittebronnen
van welke aard ook.
• Lege gasflessen moeten worden
afgedankt en op een geschikte plaats
worden bewaard totdat zij worden
teruggebracht naar de winkel.
Summary of Contents for 025604
Page 4: ...1 1 2 5 3 4 7 6 8...