NL
20
LET OP!
Als het indicatielampje van de
afstandsbediening uit is, zijn de batterijen
leeg. Vervang de batterijen.
AANWENDING
DE ACCU VAN DE
WIELLADER OPLADEN
1. Sluit de batterij aan op de lader en sluit
de lader aan op een stopcontact.
2. Het indicatielampje gaat branden als de
batterij wordt aangesloten.
3. Het indicatielampje knippert wanneer de
batterij wordt opgeladen.
4. Het indicatielampje gaat uit wanneer de
batterij is opgeladen. Het duurt ongeveer
4–5 uur om de batterij op te laden.
5. Laad de batterijen minimaal één keer
per maand op als ze langere tijd niet
worden gebruikt.
LET OP!
Het oppervlak van de batterijen wordt heet
tijdens het opladen. Dit is normaal. Koppel
na het opladen de oplader los van het
stopcontact en verwijder de batterijen.
BESCHRIJVING
1. Schakelaar
2. Richtingsstick linkerwiel*
3. Richtingsstick rechterwiel*
4. Besturing arm omhoog
5. Besturing arm omlaag
AFB. 1
* Beweeg sticks 2 en 3 naar voren om de
snelheid te verhogen en achteruit om de
snelheid te verlagen.
MONTAGE
ACCU PLAATSEN
Wiellader
1. Zorg ervoor dat de aan/uit-schakelaar (1)
in de stand „OFF” staat.
2. Draai de schroef van het batterijdeksel
los en open het batterijdeksel van de
wiellader.
3. Zet de voedingsaansluiting (2) en de
batterijaansluiting (3) in elkaar. Plaats de
oplaadbare batterij-eenheid.
4. Sluit het batterijdeksel en draai de
schroef vast.
AFB. 2
Afstandsbediening
1. Zorg ervoor dat de aan/uit-schakelaar in
de stand „OFF” staat.
2. Draai de schroef van het batterijdeksel los.
3. Open het batterijdeksel van de
afstandsbediening en plaats
2 AA-batterijen van 1,5 V met de
juiste polariteit.
4. Sluit het batterijdeksel en draai de
schroef vast.
AFB. 3
Summary of Contents for 012303
Page 4: ...1 2 3 4 5 2 1 3 2 3 1...