NL
58
58
REMMEN
De fiets is uitgerust met velgremmen en heeft
twee remhendels, een voor het voorwiel en
een voor het achterwiel. Deze zitten aan beide
kanten van het stuur. De remgreep links is voor
de voorrem en de remgreep rechts is voor de
achterrem.
WAARSCHUWING!
Ga niet fietsen als de remmen niet goed
werken.
Veilig remmen
Rem iets eerder met de achterrem dan met
de voorrem en rem nooit met de voorrem
wanneer u een bocht maakt of op een los of
glad wegdek.
ONDERHOUD
ALGEMEEN
Maak de fiets regelmatig schoon voor de
beste levensduur en werking. Gebruik milde
reinigingsmiddelen en vermijd ontvettende
middelen die kunnen binnendringen in
lagers en ketting en zo de smering en
roestbescherming ongedaan maken. Berg de
fiets droog en buiten direct zonlicht op.
KETTING
Smeren
De ketting moet regelmatig worden gesmeerd.
Een droge ketting slijt sneller, loopt zwaar en
kan roesten.
1. Smeer de ketting met geschikte
kettingolie.
2. Trap een paar keer om te zorgen dat de
olie tussen de schakels dringt.
3. Veeg de ketting af.
De laagste versnelling wordt bereikt wanneer
de ketting op het kleine blad van het crankstel
en op het grootste kettingwiel van de cassette
ligt. Dankzij het grote aantal versnellingen
van de fiets kunt u op gevarieerd terrein
fietsen en de hele tijd trappen met ongeveer
60 omwentelingen per minuut, wat wordt
aanbevolen.
Schakelen
Gebruik de linker versnellingsregelaar om
te schakelen tussen de kettingwielen op
het crankstel. De rechter bediening van de
versnelling wordt gebruikt om te schakelen
tussen de verschillende kettingwielen op
de cassette. Vermijd het schakelen naar de
uiterste posities van de ketting (het grote
voorblad en het grootste kettingwiel van de
cassette of het kleine voorblad en het kleine
kettingwiel van de cassette). Zo vermijdt u
onnodige slijtage, geluiden en schade aan het
versnellingssysteem.
Volg de onderstaande instructies voor het
schakelen.
• Schakel alleen wanneer de cranks en
wielen vooruit bewegen.
• Forceer de versnellingen niet.
• Schakel niet terwijl u hard op de pedalen
trapt.
• Schakel op tijd omdat u vooruit moet
trappen terwijl u schakelt. Schakel liefst
naar een lage versnelling voordat u stopt.
Het is gemakkelijker om weer te gaan
fietsen als u in een lage versnelling staat.
Schakel op tijd wanneer u bij een steile
helling komt, zo voorkomt u dat u moet
schakelen terwijl u hard op de pedalen
trapt.
• Trap niet achteruit terwijl u schakelt.
Summary of Contents for 006377
Page 3: ...1 2 19 18 17 16 15 14 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 13 2 1 ...
Page 4: ...5 3 4 ...
Page 5: ...7 8 6 ...
Page 6: ...10 11 12 9 ...
Page 7: ...15 14 1 2 3 4 5 6 7 8 13 ...