– 3
Î
Sproeier met schroefverbinding voor
sproeikop monteren op de straalpijp.
Î
Straalbuis met handspuitpistool verbinden.
Î
Krukhendel in de slangtrommelas ste-
ken en laten klikken.
Î
Kabelhaak laten vastklikken in de zijde-
lingse boring op de greep.
Î
hogedrukaansluiting overeenkomstig
vastschroeven.
Î
Veiligheidsklemmen van het handspuit-
pistool met een schroevendraaier eruit
wippen (afbeelding A).
Î
Handspuitpistool op de kop stellen en
het uiteinde van de hogedrukslang tot
de aanslag erin steken. Erop letten dat
de losse ring op het slanguiteinde volle-
dig naar beneden valt (afbeelding B).
Î
Veiligheidsklem opnieuw in het hand-
spuitpistool duwen. Bij een juiste mon-
tage kan de slang max. 1 mm
uitgetrokken worden. Anders is de ring
verkeerd gemonteerd (afbeelding C).
Î
hogedrukslang voor het oprollen ge-
strekt leggen.
Î
Hogedrukslang in gelijkmatige lagen op
de slangtrommel wikkelen door aan de
krukhendel te draaien. Draairichting zo-
danig kiezen dat de hogedrukslang niet
geknikt wordt.
몇
Gevaar
Verwondingsgevaar door elektrische schok.
U mag het apparaat uitsluitend aansluiten
op een wandcontactdoos, die is aange-
bracht door een elektrotechnische installa-
teur, volgens IEC 60364.
De op het typeplaatje aangegeven span-
ning moet met de spanning van de stroom-
bron overeenkomen.
Minimumzekering van het stopcontact (zie
Technische gegevens).
De maximaal toegelaten netimpedantie
aan het elektrische aansluitpunt (zie Tech-
nische gegevens) mag niet overschreden
worden. In geval van onduidelijkheden in
verband met de netimpedantie aan uw aan-
sluitpunt neemt u best contact op met uw
electriciteitsmaatschappij.
Het apparaat moet met een stekker op het
stroomnet aangesloten worden. Een on-
scheidbare verbinding met het stroomnet is
niet toegestaan. De stekker dient voor de
scheiding van het stroomnet.
Controleer netsnoer en stekker vóór ge-
bruik altijd op beschadigingen. Laat een
beschadigd netsnoer onmiddellijk vervan-
gen door een bevoegde klantendienst-/
elektromonteur.
Stekker en koppeling van een gebruikt ver-
lengsnoer moeten waterdicht zijn.
Verlengingskabel met een voldoende grote
diameter gebruiken (zie „Technische gege-
vens“) en volledig van de kabeltrommel
wikkelen.
Ongeschikte verlengslangen kunnen gevaar-
lijk zijn. Gebruik in de buitenlucht uitsluitend
daarvoor toegelaten en overeenkomstig ge-
kenmerkte verlengsnoeren met een voldoen-
de leidingdiameter:
Aansluitwaarden zie typeplaatje/Techni-
sche gegevens.
Toebehoren monteren
Bij apparaten met slangtrommel:
Bij apparaten zonder slangtrommel:
Bij handspuitpistolen met schroefaan-
sluiting:
Bij handspuitpistolen zonder schroef-
aansluiting:
Bij apparaten met slangtrommel:
Ingebruikneming
Elektrische aansluiting
43
NL
Summary of Contents for HD 10/21 S
Page 2: ...2 ...
Page 3: ...3 ...
Page 4: ...HD 10 21 S 4 ...
Page 5: ...HD 10 21 SX 5 ...
Page 247: ......
Page 248: ......
Page 249: ......
Page 250: ......
Page 251: ......