– 5
Hulp bij storingen
몇
Let op
Om risico 's te vermijden, mogen reparaties en het vervangen van onderdelen aan het apparaat alleen worden uit-
gevoerd door een erkende klantendienst.
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat moet het apparaat uitgeschakeld en de stekker uitgetrokken worden.
Storing
Oorzaak
Oplossing
Pomp draait maar pompt
niet
Lucht in de pomp
zie hoofdstuk „Voorbereiden“ afb. A tot D en hoofdstuk
„Werking“
Aanzuigleiding verstopt
Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit en reinig
het aanzuigbereik.
Voorfilter verontreinigd
Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit, laat de
pomp afkoelen, reinig het aanzuigbereik, vermijd
droogloop.
Voorfilter en terugslagklep wegnemen en onder stro-
mend water reinigen, indien nodig vuilresten op de bo-
dem van de vulopening via de vulopening uitspoelen.
Herstart door herinschakelen van de pomp.
Aanzuigslang of aansluitadap-
ter niet juist of niet helemaal in-
geschroefd.
Voor de montage controleren of de afdichtingen aan-
gebracht zijn en correct zitten.
Aanzuigslang en aansluitadapter met de hand aan-
draaien.
Pomp draait niet of valt tij-
dens de werking plots stil
Stroomtoevoer onderbroken
Zekeringen en elektrische verbindingen controleren
Voorfilter verontreinigd
Voorfilter en terugslagklep wegnemen en onder stro-
mend water reinigen, indien nodig vuilresten op de bo-
dem van de vulopening via de vulopening uitspoelen.
Apparaat bevindt zich in de au-
tomatische modus.
Druk in het systeem > 1,3 bar.
Pomp schakelt automatisch opnieuw in, zodra de druk
in het systeem onder 1,3 bar daalt.
In de automatische werking start het apparaat ook na
uit- en opnieuw inschakelen niet als er een binnendruk
van meer dan 1,3 bar voorhanden is, dus als op de
pomp een waterkolom van meer dan 13 meter inwerkt.
Pomp stopt, led „Fout aan
zuigzijde“ licht op.
Fout aan zuigzijde, geen door-
stroming, er wordt geen druk
opgebouwd
Pomp uitschakelen en netstekker uittrekken.
Voorfilter en terugslagklep wegnemen en onder stro-
mend water reinigen, indien nodig vuilresten op de bo-
dem van de vulopening via de vulopening uitspoelen.
Herstart door herinschakelen van de pomp.
Aansluitingen aan de zuigzijde controleren op lekken.
Herstart door herinschakelen van de pomp.
Controleren of voldoende water in het aanzuigreser-
voir (bv. regenput) voorhanden is.
Debiet heel laag -> droogloop-
beveiliging heeft de pomp uit-
geschakeld.
Controleren of voldoende water in het aanzuigreser-
voir (bv. regenput) voorhanden is.
De doorstroming is te klein. Waterkraan verder open-
draaien
Fout drukzijde (lek of gesloten
waterkraan) bij het aanzuigen.
Pomp beëindigt de zuigmodus
niet.
Open de waterkraan.
Controleer het systeem op lekken. Als het lek niet kan
worden opgelost, moet een drukcompensatie inge-
bouwd worden.
(zie speciale toebehoren)
41
NL
Summary of Contents for 1.645-353
Page 2: ...2...
Page 3: ...3...
Page 4: ...4...
Page 63: ...3 ON OFF 1m ON OFF 60 l min 4 3 LED OFF K rcher 6 288 143 0 63 EL...
Page 65: ...5 D 1 3 bar 1 3 bar 1 3 bar 13 LED 65 EL...
Page 77: ......
Page 78: ......
Page 79: ......