Aanpassen van het display/
downlight
Regel volgens uw voorkeuren of de
omgevingstoestanden.
In/uit schakelen en helderheid instellen
.
(Herhaaldelijk drukken)
Elke keer dat u de toets indrukt, schakelen de
weergave en het downlight in-/uit of verandert de
helderheid.
DIMMER OFF : Weergave:
Helder,
Downlight:
Helder
DIMMER 1
: Weergave:
Enigszins donker,
Downlight:
Donker
DIMMER 2
: Weergave:
Donker,
Downlight:
Uit
0
De helderheid van de weergave en downlight
verandert tegelijkertijd.
0
De instelling wordt opgeslagen, zelfs als het
systeem is uitgeschakeld.
0
De basisinstelling is ”DIMMER OFF”.
Regelen van de kleurdiepte
(CONSTRAST) van het displayvenster
1
Het instellingenscherm voor kleurdiepte
weergeven.
.
(Houd ingedrukt)
”CONTRAST SET1” verschijnt op de display.
2
Regelen van de kleurdiepte (CONTRAST).
.
/
(Herhaaldelijk drukken)
Telkens wanneer u [
H
]
/
[
I
] indrukt verandert
de kleurdiepte (CONTRAST) van het
displayvenster in vijf niveaus (”CONTRAST
SET1” naar ”CONTRAST SET5”).
De instelling is voltooid
wanneer ”COMPLETE” wordt weergegeven
na het uitvoeren van de instelling.
0
De weergave keert terug naar de
oorspronkelijke weergave na ongeveer 3
seconden.
0
Om terug te keren naar de oorspronkelijke
weergave tijdens, druk
[DIMMER
/
CONTRAST].
0
De basisinstelling is ”CONTRAST SET3”.
34
Downloaded from www.vandenborre.be