22
NEDERLANDS
Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en in het geheugen
vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam ‘Advanced SCM’ (Sound
Control Memory).
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en wordt
de modus elke keer weer opgeroepen wanneer u dezelfde geluidsbron selecteert. Voor elk
van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2,
FM3, AM en CD.
Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel
elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in
de paragraaf ‘***Advanced SCM annuleren’ op pagina 24.
1
Selecteer de geluidsmodus van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en
wel als volgt:
• Als de Link-indicator op de display aan gaat (en voor “SCM LINK”
de instelling “LINK ON” is gekozen - zie pagina 24), kan de
geselecteerde geluidsmodus voor de desbetreffende afspeelbron in
het geheugen worden opgeslagen. Het effect is meteen op de
afspeelbron van toepassing.
• Als de Link-indicator op de display NIET is aan is (en “SCM LINK”
is ingesteld op “LINK OFF”), is de geselecteerde geluidsmodus op
elke willekeurige afspeelbron van toepassing.
Weergave:
Voor:
Standaardinstelling
Bas
Treble
Loud
SCM OFF
(Vlak geluid)
00
00
Aan
BEAT
Rock- of discoritme
+02
00
Aan
SOFT
Rustige achtergrondmuziek
+01
– 03
Uit
POP
Lichte muziek
+04
+01
Uit
SCM
1
Indicator voor de equalizer
Link-indicator/
Indicator voor de
geluidsmodus
NL20-25.KD-S676/673[E]2
00.1.19, 1:31 PM
22