25
24
Nachtbetrieb
Bei Detektion einer Bewegung misst
der Funk-Wächter die Beleuchtungs-
stärke, wertet sie aus und sendet ein
Funk-Telegramm zum Empfänger.
Bei einer Beleuchtungsstärke über
200 Lux wechselt der Funk-Wächter
in den Tagbetrieb.
Die Verriegelungszeit beträgt ca. 8 s,
d.h. in dieser Zeit kann der Funk-
Wächter keine Bewegung erkennen.
Batterieunterspannung
Sobald die Batteriespannung den
kritischen Wert (U
Bat
< 8,0 V) unter-
schreitet wird ein "Low-Bat"-Signal zu
den gelernten Empfängern gesendet.
Am Funk-Wächter erfolgt die
Signalisierung der Batterieunter-
spannung durch die rote LED (Abb. v).
Nighttime operation
When detecting a movement, the
radio detector measures and
determines the brightness and
sends a radio data telegram to the
receiver.
If the illumination exceeds a value of
200 lux, the sensor switches over to
daytime operation. The lockout time
is approx. 8 s during which the sensor
cannot detect any movement.
Low battery voltage
When the battery voltage drops below
the critical mark (U
Bat
< 8.0 V), the
sensor transmits a "low-bat" signal to
assigned receivers.
Low battery voltage is indicated in
the radio detector by the red LED
(Fig. v).
Nachtstand
Bij detectie van een beweging meet
de draadloze detector de lichtsterkte,
evalueert deze en zendt een radio-
gram naar de ontvanger.
Bij een lichtsterkte van meer dan 200
lux schakelt de draadloze detector in
de dagstand.
De vergrendelingstijd bedraagt ca.8 s,
d.w.z. gedurende deze tijd kan de
draadloze detector geen beweging
herkennen.
Batterij-onderspanning
Zodra de batterijspanning de
kritische waarde (U
Bat
< 8,0 V)
onderschrijdt wordt een “Low-Bat”-
signaal naar de ingeteachte
ontvangers gezonden.
Op de draadloze detector wordt
batterij-onderspanning gesignaleerd
door de rode LED (afb. v).
