42
NEDERLANDS
Door de vloer
Afb. 9
100
1. Gebruik een zware hamer en sla hard in het midden van
de «knock out»
2. Plaats een fl exibele slang door de vloer tot aan de
luchtaansluiting.
3. Bevestig de fl exibele slang aan de luchtaansluiting met een
slangenklem
4. Voor het bevestigen van een Ø80 / Ø100 inlaatkanaal voor
frisse lucht (optionele uitrusting – artikelnr. 51047509 /
51012164), zie de handleiding (artikelnr. 10047508) bij de
externe luchtaansluiting. Sluit de slang met een slangklem
op de externe luchtaansluiting aan. De isolatie van de
externe luchtslang eindigt
ongeveer 100 mm
onder de
verbrandingskamer.
4.3 Schoorsteen en kachelpijp
• De haard mag uitsluitend worden aangesloten op een
schoorsteen en kachelpijp die zijn goedgekeurd voor
haarden op vaste brandstof met rookgastemperaturen
zoals gespecifi ceerd in
«2.0 Technische gegevens»
.
• De doorsnede van de schoorsteen moet geschikt zijn voor
een haard. Zie
«2.0 Technische gegevens»
om de juiste
doorsnede van de schoorsteen te berekenen.
• Als de doorsnede van de schoorsteen groot genoeg
is, kunnen er meerdere kachels op vaste brandstof op
dezelfde schoorsteen worden aangesloten. Let op! Lees
de toepasselijke voorschriften door om na te gaan wat
is toegestaan. Zelfs een goede schoorsteen kan slecht
functioneren als deze niet correct wordt gebruikt.
• De
schoorsteen
moet
worden
aangesloten
in
overeenstemming met de installatie-instructies van de
schoorsteenleverancier.
• Voordat u een opening in de schoorsteen maakt, moet het
product als proef worden gemonteerd om de juiste positie
van de haard en het gat in de schoorsteen te kunnen
markeren. Zie
Fig. 1.
voor de minimale afmetingen.
• Zorg ervoor dat de kachelpijp omhoog wijst in de richting
van de schoorsteen.
• Zorg ervoor dat er naast de achteruitlaat en de uitlaat
bovenin kan worden geveegd. Indien nodig moet u een
kachelpijp met een veegluik gebruiken.
• Let op:
het is zeer belangrijk dat de aansluitingen enigszins
fl exibel zijn. Zo voorkomt u dat kleine verplaatsingen
tijdens de installatie tot vervorming of barsten leiden.
• Zie
«2.0 Technische gegevens»
voor de aanbevolen
schoorsteentrek. Voor afmetingen van de kachelpijp met
de relevante doorsnede, zie
“2.0 Technische gegevens”
Bediening onder verschillende
weersomstandigheden
Het eff ect van de wind op de schoorsteen kan een aanzienlijke
impact hebben op de manier waarop de kachel reageert
onder verschillende windbelastingen. Het kan nodig zijn de
luchttoevoer aan te passen om een goede verbranding te
bereiken