ST
A
RTEN EN STOPPEN
204 – Dutch
1155356-38 Rev.2 2014-12-02
Starten en stoppen
Starten
De kettingrem moet geactiveerd zijn wanneer u de motor
start. Activeer de rem door de terugslagbescherming naar
voren te brengen.
(49)
Koude motor
Startpositie,
1
:
Zet de start/stopschakelaar in de
chokestand door het rode bedieningselement naar buiten
en omhoog te trekken.
B
randstofpomp,
2
:
Druk een aantal malen op de
rubberen balg van de brandstofpomp tot er brandstof in
de balg komt (ten minste 6 keer). De balg hoeft niet
helemaal gevuld te worden.
(50)
Pak de voorhandgreep vast met uw linkerhand. Houd de
motorkettingzaag op de grond door uw rechtervoet door
de achterhandgreep te steken.
Trek aan de starthendel,
3
:
Trek met uw rechterhand
aan de starthendel en trek het starterkoord langzaam
naar buiten tot u weerstand voelt (starthaken grijpen in)
en trek daarna hard en snel totdat de motor aanslaat.
Druk de rode chokehendel, 4:
Zodra de motor aanslaat,
hetgeen u hoort aan een 'plof'-geluid, drukt u de rode
chokehendel omlaag.
Trek aan de starthendel, 5:
Blijf hard aan het koord
trekken totdat de motor start.
Warme motor
Startpositie,
1
:
De correcte choke/gashendelinstelling
voor warme start wordt verkregen door eerst de
chokehendel te verzetten door de rode hendel naar buiten
en omhoog te trekken.
B
randstofpomp,
2
:
Druk een aantal malen op de
rubberen balg van de brandstofpomp tot er brandstof in
de balg komt (ten minste 6 keer). De balg hoeft niet
helemaal gevuld te worden.
Druk de rode chokehendel, 4:
Hierdoor wordt de choke
uitgeschakeld, die voor het starten van een warme
motorkettingzaag niet nodig is. Door de beweging van de
start/stop-schakelaar is echter een hoge stationairstand
ingeschakeld, waardoor de warme start beter verloopt.
Trek aan de starthendel, 5:
Pak de voorhandgreep vast
met uw linkerhand. Houd de motorkettingzaag op de
grond door uw rechtervoet door de achterhandgreep te
steken.
(5
1
)
Trek met uw rechterhand aan de starthendel en trek het
starterkoord langzaam naar buiten tot u weerstand voelt
(starthaken grijpen in) en trek daarna hard en snel totdat
de motor aanslaat.
Omdat de kettingrem nog steeds geactiveerd is, moet het
toerental van de motor zo snel mogelijk terug naar nullast;
hiervoor moet u de gasvergrendeling uitschakelen.
Uitschakeling vindt plaats door een klein beetje gas te
geven via de gashendel. Daardoor voorkomt u onnodige
slijtage van koppeling, koppelingstrommel en remband.
Laat de machine enkele seconden stationair lopen
voordat men vol gas geeft.
Aan de achterkant van de zaag (A) zit een
vereenvoudigde startherinnering met afbeeldingen die de
desbetreffende stappen beschrijven.
(50)
N.B.! Trek het starterkoord niet volledig uit en laat de
starthendel niet zomaar los wanneer het volledig
uitgetrokken is. Dit kan tot beschadigingen van de
machine leiden.
Let op!
Reset de kettingrem door de
terugslagbescherming terug te brengen naar de
handvatbeugel.
De motorkettingzaag is dan klaar voor
gebruik.
•
Start de motorkettingzaag nooit zonder dat zaagblad,
zaagketting en alle kappen correct gemonteerd zijn.
Zie de instructies in het hoofdstuk Monteren. Wanneer
zaagblad en ketting niet op de motorzaag zijn
gemonteerd, kan de koppeling losraken en ernstig
letsel veroorzaken.
•
De kettingrem moet geactiveerd zijn wanneer u de
motorzaag start. Zie instructies onder het hoofdstuk
Starten en stoppen. Gebruik nooit de valstart voor de
motorzaag. Deze methode is zeer gevaarlijk omdat u
makkelijk de controle over de motorzaag kunt
verliezen.
(5
2
)
•
Start de machine nooit binnenshuis. Vergeet niet dat
het gevaarlijk is om de uitlaatgassen van de motor in
te ademen.
•
Controleer de omgeving en vergewis u ervan dat er
geen risico bestaat dat mensen of dieren in contact
komen met de snijuitrusting.
•
Hou de motorzaag altijd met beide handen beet. Hou
uw rechterhand op de achterhandgreep en uw
!
W
AA
RSCHUWING! Voor het starten moet
u rekening houden met de volgende
punten:
De kettingrem moet geactiveerd zijn
wanneer de motorzaag wordt gestart, om
het risico van contact met de draaiende
ketting bij de start te verminderen.
Start de motorkettingzaag nooit zonder
dat zaagblad, ketting en alle kappen
gemonteerd zijn.
A
nders kan de
koppeling losraken en persoonlijk letsel
veroorzaken.
Plaats de machine steeds op een stabiele
ondergrond. Zorg ervoor dat u stevig
staat en dat de ketting niet in contact kan
komen met een voorwerp.
Hou onbevoegden uit het werkgebied.
Wikkel het startkoord nooit rond uw
hand.
!
W
AA
RSCHUWING! Langdurige
inademing van de uitlaatgassen van de
motor, kettingolienevel en stof van
zaagsel kan een gezondheidsrisico
vormen.
Summary of Contents for CS 2240
Page 2: ...2 1155356 38 Rev 2 2014 12 02 1 2 3 4 7 10 5 6 8 9 11 12 13 14 15 16 17 ...
Page 398: ......
Page 399: ......