42
DB
bellen haperend door de reactor en kunnen voor een deel tot grote bellen samensmelten.
Het apparaat heeft ongeveer 48 uur nodig om goed op gang te komen!
Dan is pas een
biologisch laagje ontstaan op het oppervlak van het apparaat dat de gasbellen ongestoord
van beneden naar boven over de baan laat glijden. Na afloop van de inlooptijd stelt u het
vereiste aantal bellen voor uw aquarium in zoals in hoofdstuk 13 is beschreven.
Systeem
m
601:
Draai de cilinderklep van de navulvoorraadfles geheel open. De linker manometer geeft
nu de flesdruk aan van ca. 60 bar en op de rechter manometer ziet u de werkdruk van ca.
1,5 bar. De overige procedure is als beschreven voor systeem
u
401.
Systeem
u
402 en
m
602:
Begin met het voedingsapparaat van de magneetklep in een continu werkende contactdoos
te steken en verbind de 12 V kabel van het voedingsapparaat vervolgens met de kabel
van de magneetklep. De overige procedure bij
u
402 is zoals beschreven voor
u
401, en
bij
m
602 zoals beschreven voor
m
601. Wanneer u het voor uw aquarium vereiste aantal
bellen hebt ingesteld (zie hoofdstuk 13), verbind u de magneetklep met de stroomkring
die via de tijdschakelklok van de aquariumverlichting wordt geschakeld. Hierdoor wordt de
CO
2
toevoer ’s nachts, wanneer de planten geen CO
2
nodig hebben, tijdelijk stilgezet.
Systeem
u
403,
m
603 en
m
1003:
Zet de pH Computer aan en voltooi de voor het eerste gebruik noodzakelijke kalibrering
volgens de aparte gebruiksaanwijzing. Zet de ingebouwde magneetklep op „man offen“:
Menutoets > Klep selecteren > op OK drukken > met de keuzetoets „man offen“ selecteren
> op OK drukken. De overige procedure bij
u
403 is zoals beschreven voor
u
401, en bij
m
603 /
m
1003, zoals beschreven voor
m
601. Zet de ingebouwde magneetklep als volgt
op ”auto” nadat de reactor op gang is gekomen: Menutoets > Klep selecteren > op OK
drukken > met de keuzetoets „auto“ selecteren > op OK drukken. Stel nu de voor uw
aquarium vereiste pH-waarde en het daartoe noodzakelijke aantal gasbellen in op de pH
Computer, zoals in de aparte gebruiksaanwijzing is beschreven. De pH Computer regelt
de pH-waarde en de CO
2
-toevoer voor uw aquarium in het vervolg automatisch.
13 Hoeveel CO
2
hebt u nodig?
13.1 pH-waarde, CO
2
en carbonaathardheid (KH)
De drie parameters pH-waarde, CO
2
-gehalte en carbonaathardheid zijn onlosmakelijk aan
elkaar gekoppeld, omdat ze direct afhankelijk zijn van elkaar.
Wanneer CO
2
in contact komt met water, ontstaat daaruit een bepaalde hoeveelheid koolzuur
dat de pH-waarde laat dalen. Het grotere gedeelte blijft in de vorm van gas opgelost in het water
en fungeert als belangrijk voedingsmiddel voor planten. CO
2
heeft dus niet één maar twee
voordelen: het laat de in aquaria meestal te hoge pH-waarde op een voor vissen en planten
verdraaglijk niveau dalen en voorziet de planten tegelijk van hun hoofdvoedsel. CO
2
zorgt dus
tegelijk voor uitbundig groeiende planten en rondom kerngezonde vissen.
Hoeveel CO
2
u precies nodig hebt om een bepaalde pH-waarde te bereiken, hangt af van de
KH van het water. Hoe hoger de KH, des te meer CO
2
is nodig. Wanneer de KH und pH bekend
zijn, kunt u het CO
2
-gehalte berekenen. De onderstaande tabel bespaart u het rekenen en laat
eveneens zien welke pH-waarden u zonder gevaar voor uw vissen kunt instellen.
CO
2
-gehalte afhankelijk van pH en KH
Die auto pH-curve geeft de waarden weer die bij de systemen
u
403,
m
603 en
m
1003 automatisch
door de pH Computer worden aangehouden zo lang de functie „auto pH“ geactiveerd is. Met het
oog op de veiligheid van uw vissen adviseren wij om de functie te activeren.