12
5. WERKINGSLIMIETEN
Als het toestel wordt bevloeid met koelwater, zal de condensvorming die op de warmtewisselaar
ontstaat worden afgevoerd via de condensafvoeraansluiting. Bij zeer lage koelwatertemperatuur
en zeer hoge luchtvochtigheid kan er ook condensvorming ontstaan op andere componenten dan
de warmtewisselaar. Deze wordt niet opgevangen in de condensafvoer, maar druppelt eventueel
onder het toestel. Om dit te vermijden, moet een minimum toegelaten watertemperatuur in rekening
worden gebracht in functie van de relatieve vochtigheid en temperatuur van de omgevingslucht.
Toegestane minimum watertemperatuur (°C)
OMGEVINGSTEMPERATUUR / DROGE BOL TEMPERATUUR (°C)
21 °C
23 °C
25 °C
27 °C
29 °C
31 °C
RH (%)
40 %
3
°C
3
°C
3
°C
3
°C
3
°C
4
°C
50 %
3
°C
3
°C
3
°C
3
°C
4
°C
6
°C
60 %
3
°C
3
°C
4
°C
4
°C
6
°C
8
°C
70 %
3
°C
4
°C
5
°C
6
°C
8
°C
10
°C
80 %
4
°C
5
°C
6
°C
8
°C
10
°C
/
90 %
5
°C
6
°C
8
°C
10
°C
/
/
100 %
6
°C
8
°C
10
°C
/
/
/
Toegestane minimum watertemperatuur
Markeer de bevestigingspunten op de muur of het plafond volgens de bevestigingsgaten van het toestel, of volgens de afmetingen zoals
aangegeven op pag. . 9 en 12. Respecteer de aangegeven vrije ruimte rond het toestel. (pag. 11).
Het type wand/plafond bepaalt welk soort plug en schroef gebruikt dient te worden.
01
Wandmodel
plafondmodel
Voor de algemene veiligheidsvoorschriften zie: waarschuwingen en veiligheid - Zie pag 4
Gebruik steeds de hoofdschakelaar om het stroomnet spanningsloos te maken
6. INSTALLATIE
Summary of Contents for Briza 22
Page 59: ...59 NOTES...