
Voorafgaande waarschuwing diepontlading
Als de batterijspanning onder de nominale waarde (12 V/24 V) gedaald is, gaat de rode "Status“-LED naast de
groene LED branden als voorafgaande waarschuwing.
Beveiliging tegen diep ontladen (rode LED)
Bij diepontlading worden de verbruikers uitgeschakeld en brandt de LED rood. Ze dooft wanneer de accu tot
aan de herinschakelspanning werd bijgeladen. Nu kan weer energie van de gelijkstroomuitgang worden
afgenomen.
LCD-display (enkel bij toestellen met LCD-display)
Als de Solar-Controller met de batterijspanning wordt verbonden, dan wordt hij gedurende ca. 1 seconde
geïnitialiseerd. Tijdens deze tijd verschijnt de naam van de fabrikant op het display:
Na afloop van de initialisatie gaat het display op de volgende voorstelling over:
De linkerwaarde is de batterijspanning en de rechterwaarde de batterijstroom. De letter helemaal rechts toont
de toestand: L = laden E = ontladen (Entladen)
Het nulpunt van de weergegeven stroom wordt tijdens de initialisatie afgesteld. Als er in de loop van de tijd
grotere afwijkingen voorkomen (offset-waarden) dan kunt u dit corrigeren door het nulpunt van de weergegeven
stroomwaarde terug te stellen. Doe dit door de toets "Set “ en dan gelijktijdig de toets "Next“ in te drukken. Het
zonnepaneel en de belastingszijde worden dan kort uitgeschakeld en het nulpunt opnieuw gekalibreerd.
Door het indrukken van de toets "NEXT“ kunnen andere meetwaarden worden weergegeven.
Het volgende menu toont de opgetreden stroomwaarden:
De linkerwaarde is de maximaal opgetreden laadstroom en de rechterwaarde de minimaal opgetreden
laadstroom.
Het minteken geeft aan dat de stroom in de richting "ontladen" stroomde.
Voor het wissen van de min/max-waarden moet u eerst de toets "Set “ en vervolgens gelijktijdig de toets "Next“
indrukken. De actuele waarden worden dan in de min/max-geheugens opgeslagen.
Het volgende menu toont de opgetreden spanningswaarden:
De linkerwaarde is de maximaal opgetreden batterijspanning, de rechterwaarde is de minimaal opgetreden
batterijspanning.
Voor het wissen van de min/max-waarden moet u eerst de toets "Set “ en vervolgens gelijktijdig de toets "Next“
indrtukken. De actuele waarden worden dan in de min/max-geheugens opgeslagen
Het volgende menu toont de huidige temperatuur:
Door nog eens op de toets "NEXT“ te drukken, springt het display weer op de oorspronkelijke voorstelling.
Seriële interface (enkel bij toestellen met LCD-display)
Via de seriële interface zijn de gegevens toegankelijk met behulp van een in de handel verkrijgbare 9-polige
RS232-kabel. Details over het uitlezen van het geheugen vindt u in het "read me“-bestand in de
softwarehandleiding. Als pc is een Pentium met een kloksnelheid van minstens 100 MHz, een werkgeheugen
van 16 MB of meer en een besturingssysteem Windows 9X/NT/XP/ME/2000 met seriële interface vereist. Voor
de installatie hebt u ca. 4 MB vrije ruimte op de harde schijf nodig. Aanbevolen beeldschermresolutie 1024x768.
De zonne-energie-installatie werkt niet – mogelijke oorzaken
Ompoling van de batterij: insteekzekering gesmolten; vervang haar door hetzelfde type met dezelfde nominale
stroomsterkte (zie Vervanging van de inwendige zekering).
Ompoling van het zonnepaneel: in elk geval vermijden!
Ompoling van de verbruiker(s): ze kunnen beschadigd worden vooraleer de zekering de tijd krijgt om
tussenbeide te komen. In batterijen zijn grote hoeveelheden energie opgeslagen. Bij een kortsluiting kunnen
deze energiehoeveelheden in een mum van tijd vrij komen en ter plaatse van de kortsluiting door grote
warmteontwikkeling een brand veroorzaken.
Twee LED´s geven inlichtingen over de toestand van de installatie. De actuele toestand van de LED´s is onder
bepaalde voorwaarden en in combinatie met bepaalde criteria ook een aanwijzing voor fouten in het systeem.